Verwijderen derde molaar niet altijd even goed

Uit Australisch onderzoek blijkt dat het niet-verwijderen van een derde molaar vaak beter is voor de patiënt en bovendien qua kosten voordeliger.

Ook het British Dental Journal geeft aan materiaal te hebben dat bewijst dat derde molaren vaak worden verwijderd voordat het duidelijk is of deze überhaupt ooit problemen zullen veroorzaken. Het lijkt de onderzoekers beter als de tandartsen simpelweg de groei van derde molaren goed in de gaten houden, zodat deze bij daadwerkelijke probleemvorming kunnen worden verwijderd. Dit is hetzelfde als wat staat aangegeven in de officiële richtlijnen voor tandartsen in Engeland.

In Australië is onderzoek gedaan naar het kostenvoordeel dat de Australische overheid eruit zou kunnen halen door minder derde molaren te verwijderen, met het jaar 2008/2009 en de leeftijdsgroep van 15-34 jaar als uitgangspunt. In die periode werden bij 97.949 mensen de derde molaren verwijderd, wat een totaal aantal kosten van $531 miljoen met zich meebracht. Na het bestuderen van het aantal patiënten bij wie de verwijderde molaren daadwerkelijk problemen hadden opgeleverd, bleek dat bij 83.850 van deze mensen het verwijderen niet noodzakelijk was geweest, en vervangen had kunnen worden door toezicht van een tandarts. Dit had de Australische overheid tussen de $420 en $513 miljoen kunnen schelen.

Naast het kostenvoordeel kan het minder vaak verwijderen van derde molaren ook voordelen met zich meebrengen voor de patiënt. Operaties kunnen namelijk ook vele complicaties met zich meebrengen. Denk hierbij aan zenuwbeschadiging, schade aan (meerdere) gebitselementen, infecties, zwellingen, bloedingen en/of pijn.

(Bron: BDJ, juli 2015)