Depressie komt veel voor bij mensen met temporomandibulaire disfunctie. In dit artikel wordt een overzicht van de literatuur gepresenteerd met als doelstelling een richtlijn op te stellen voor de behandeling van mensen met temporomandibulaire disfunctie en/of bruxisme die (vanwege depressie) een antidepressivum gebruiken.
Selectieve en niet-selectieve serotonineheropnameremmers zijn de meest toegepaste typen antidepressiva. De selectieve inhiberen de neurotransmitter serotonine en de niet-selectieve de neurotransmitters serotonine en noradrenaline. Daarnaast kan serotonine de werking van de neurotransmitter dopamine inhiberen en daarmee bruxisme induceren. Zowel selectieve als niet-selectieve serotonineheropnameremmers kunnen bruxisme als bijwerking hebben.
Tricyclische antidepressiva worden, vanwege hun bijwerkingen, voor de behandeling van depressie alleen geïndiceerd als selectieve en niet-selectieve serotonineheropnameremmers geen of onvoldoende effect sorteren. Vanwege hun sterk analgetische werking vinden ze ook toepassing bij de behandeling van de combinatie van depressie en temporomandibulaire disfunctie.
Het antidepressivum bupropion remt de heropname van noradrenaline en dopamine. Zogenoemde MAO-remmers zijn antidepressiva die het enzym monoamino-oxidase en daardoor de afbraak van neurotransmitters remmen. Noch bupropion noch MAO-remmers lijken bruxisme als bijwerking te hebben.
Bruxisme kan ontstaan bij een tekort aan de neurotransmitter dopamine in het centrale zenuwstelsel. Een dopamine-agonist zou dit kunnen bestrijden. Het psychofarmacum buspiron heeft ook de potentie om bruxisme tegen te gaan.
In de literatuur ontbreken goede klinische gerandomiseerde, gecontroleerde onderzoeken over de relatie tussen enerzijds antidepressiva en anderzijds temporomandibulaire disfunctie en bruxisme.
Conclusie. Volgens dit artikel kan voor iemand die een antidepressivum gebruikt en klachten over bruxisme heeft het volgende advies worden gegeven: 1. medicatielijst beoordelen en nagaan of er sprake is van temporomandibulaire disfunctie; 2. dosering antidepressivum verlagen; 3. antidepressivum vervangen door een alternatief van hetzelfde type; 4. overschakelen op een ander type antidepressivum; 5. bij uitblijven van succes met de gewijzigde medicatie kan een dopamine-agonist als buspiron uitkomst brengen.
Rajan R, Sun Y-M. Reevaluating antidepressant selection in patients with bruxism and temporomandibular joint disorder. J Psychiatr Pract 2017; 23: 173-179.
Auteur(s) | C. de Baat |
---|---|
Rubriek | Excerpten |
Publicatiedatum | 8 juni 2018 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 125 - editie 6 - juni 2018; 351 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje