Chirurgische behandeling van de extreem atrofische onderkaak bestaat tegenwoordig voornamelijk uit het plaatsen van enossale implantaten die steun en houvast bieden aan vaste of uitneembare prothetische constructies. In een aantal gevallen kunnen korte implantaten zonder voorbereidende chirurgische behandelingen in het interforaminale gebied van de onderkaak worden geplaatst. Indien het botvolume als onvoldoende wordt beoordeeld dan kan met diverse technieken en materialen de extreem atrofische onderkaak worden geaugmenteerd, waardoor het plaatsen van langere implantaten mogelijk wordt. Dilemma’s in de chirurgische behandeling van de extreem atrofische onderkaak zijn het al dan niet toepassen van enossale implantaten, beoordeling van de noodzaak om de onderkaak te augmenteren en de keuze van de te gebruiken techniek. Er zijn onvoldoende vergelijkende klinische onderzoeken verschenen om een bepaalde behandelmethode tot eerste behandelkeus te verkiezen. Chirurgische technieken zullen geavanceerder worden door innovaties in beeldvormende technieken en de bijbehorende planningssoftware. De precieze plaatsing van implantaten wordt daarmee nauwkeuriger, waardoor belastende (uitgebreide) augmentatietechnieken met bijbehorende complicatierisico’s en morbiditeit wellicht voorkomen kunnen worden.
At the present time, treatment of the extremely atrophic mandible consists largerly of the insertion of endosseous implants, which provide retention and stability to fixed or removable dentures. In some cases the insertion of short implants, without surgical pretreatment, in the interforaminal area of the mandible is possible. If the bone volume is considered to be insufficient there are several techniques and materials to augment the extremely atrophic mandible, making the insertion of longer implants possible. Dilemmas in the surgical treatment of the extremely atropfic mandible are whether endosseous implants should be employed, whether the mandible needs te be augmented and which technique should be chosen. An insufficient number of copmarable clinical studies have been published to justify identifying any one method of treatment as the preferable on. The innovations in imaging techniques and the accompanying software will lead to advances in surgical treatment. The precise placement of implants will as a result become more exact, thereby possibly avoiding augmentation procedures and so diminishing complication and morbidity rates.
Auteur(s) |
C. Stellingsma
A. Vissink G.M. Raghoebar |
---|---|
Rubriek | Thema: Parodontologie |
Publicatiedatum | 1 december 2008 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 115 - editie 12 - december 2008 ; 655-660 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje