De processus alveolaris is onderhevig aan verticale en horizontale resorptie na verlies van een gebitselement. Verscheidene chirurgische technieken, al dan niet in combinatie met het aanbrengen van biomaterialen, zijn beschreven om deze resorptie te compenseren. Het gebruik van biologische additieven, zoals leukocyten en trombocyten verrijkt fibrine (L-PRF), zou gunstig kunnen zijn voor een goede wondgenezing. Een L-PRF-stolsel is goed modelleerbaar in de gewenste vorm (membraan of stop).
In een onderzoek is onderzocht of meer behoud van de botkam (een verminderde alveolaire resorptie) optreedt en minder postoperatieve klachten ontstaan bij gebruik van L-PRF als opvulmateriaal van de alveole na extractie.
In totaal werden 22 patiënten geïncludeerd voor een split-mouth gerandomiseerd gecontroleerd klinisch onderzoek, waarbij enkelvoudige bilaterale en bijna symmetrische extracties moesten worden uitgevoerd in de onder- of de bovenkaak. De behandelopties waren extractie met gebruik van L-PRF als alveole opvulmateriaal en extractie zonder gebruik van opvulmateriaal. De behandelopties werden gerandomiseerd toegewezen. Een panoramische röntgenopname werd vervaardigd direct na extractie en na 3 maanden. De opnamen werden geëvalueerd met superimpressie op de originele DICOM-data. De verschillen tussen de scans na extractie en na 3 maanden werden gemeten op een drietal locaties vanaf de botkam, zowel buccaal als linguaal/palatinaal (HW-1 mm, HW-3 mm en HW-5 mm). De gemiddelde veranderingen als gevolg van verticale resorptie was -1,5 mm op de controlelocaties en 0,5 mm op de testlocaties (p < 0,005). De gemiddelde veranderingen linguaal/palatinaal als gevolg van horizontale resorptie op HW-1 mm, HW-3 mm en HW-5 mm waren op de controlelocaties respectievelijk -21 mm, -0,3 mm en -0,1 mm en op de testlocaties respectievelijk -2,0 mm, -0,2 mm en -0,1 mm. Een significant verschil werd linguaal/palatinaal gevonden op HW-1 mm (p < 0,005). De gemiddelde veranderingen buccaal als gevolg van horizontale resorptie waren op de controlelocaties respectievelijk -2,9 mm, -1,0 mm en -0,5 mm en op de testlocaties respectievelijk -0,8 mm, -0,2 mm en -0,2 mm. Significante verschillen werden buccaal gevonden op HW-1 mm (p = 0,005) en op HW-3 mm (p = 0,03). Een significant verschil (p < 0,005) werd gevonden in breedtereductie op HW-1 mm tussen de controlelocaties (-51,9%) en testlocaties (-22,8%). Ook werd een significant verschil (p < 0,005) gezien bij de ingroei van bot in de alveole tussen de controlelocaties (63,3%) en de testlocaties (94,7%). Postoperatief waren er alleen op dag 3, 4 en 5 significant minder klachten (p < 0,005).
Geconcludeerd wordt dat het gebruik van L-PRF gunstig is voor het behoud van de botkam (zowel horizontale als verticale dimensies) en geschikt is als opvulmateriaal van de alveole 3 maanden na extractie.
Auteur(s) |
O.E.J. Ebbens
M.S. Cune |
---|---|
Rubriek | Excerpten |
Publicatiedatum | 7 juli 2017 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 124 - editie 7-8 - juli en augustus 2017; 393-394 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje