Hoewel atraumatic restorative treatment (ART) als een patiëntvriendelijke behandelmethode wordt gepropageerd, is hiervan weinig wetenschappelijk bewijs voorhanden. Het doel van het hier beschreven onderzoek was een betrouwbare meting te verkrijgen van de mate van ongemak die kinderen ervaren wanneer zij worden behandeld met ART en wanneer zij op conventionele wijze worden behandeld. At random werden 403 Indonesische schoolkinderen over 2 groepen verdeeld. Bij elk kind werd 1 tweevlaksrestauratie in een tijdelijke molaar vervaardigd door middel van ART of met roterend instrumentarium. Het ongemak werd gemeten aan de hand van de hartfrequentie en de observatie van het gedrag (Venham-schaal). De Venham-scores verschilden tijdens de gehele behandeling significant tussen beide groepen, de hartfrequentiemetingen alleen tijdens diepe excavatie. Er werd een verband gevonden tussen de Venham-score en de hartfrequentie. Sekse, initiële angst en operateur waren hierop van invloed. Geconcludeerd wordt dat kinderen die worden behandeld met ART minder ongemak ervaren dan kinderen die worden behandeld met roterend instrumentarium.
Although Atraumatic Restorative Treatment (ART) claims to be a patient-friendly method of treatment, little scientific proof of this is available. The aim of this study, therefore, was to acquire a reliable measurement of the degree of discomfort which children experience during dental treatment performed according to the ART approach and during the conventional method. A number of 403 Indonesian schoolchildren were randomly divided into two groups. In each child, one class II restoration was carried out on a deciduous molar either by means of ART or the use of rotary instruments (750 rpm). Discomfort scores were determined both by physiological measurements (heart rate) and behavioral observations (Venham-scale). Venham scores showed a marked difference between the two groups, whereas heart rate scores only differed significantly during deep excavation. A correlation was found between Venham scores and heart rate measurements. Sex, initial anxiety and performing dentist were shown to be confounding variables. In conclusion it can be said that children treated according to the ART approach experience less discomfort than those treated with rotary instruments.
Auteur(s) | M.C.M. van Gemert-Schriks |
---|---|
Rubriek | Onderzoek en wetenschap |
Publicatiedatum | 1 mei 2007 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 114 - editie 5 - mei 2007 ; 213-217 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje