Leidraad voor het postacademisch onderwijs is de mogelijkheid voor de tandarts om zijn in de reguliere opleiding verkregen vaardigheden te behouden en uit te breiden. Hiertoe is het nodig voldoende patiënten te kunnen onderzoeken en behandelen. Gegeven de incidentie en de prevalentie van temporomandibulaire disfunctie en orofaciale pijn richt het basisonderwijs zich vooral op de acute en subacute vormen van temporomandibulaire disfunctie, terwijl de tandarts-gnatholoog zich voornamelijk richt op de chronische temporomandibulaire disfunctie en orofaciale pijn. De behandeling voor deze laatste categorie is multidisciplinair. Bij pijnklachten in het orofaciale gebied dient de tandarts-algemeen practicus de eerst aangewezene te zijn om te bepalen of odontogene oorzaken aanwezig zijn. De tandarts-gnatholoog kan vervolgens de tandarts-algemeen practicus adviseren of zelf de zorg rond de patiënt coördineren. Om die laatste rol goed te kunnen vervullen in een multidisciplinaire (deels medische) behandeling is een differentiatieopleiding die het basisonderwijs overstijgt, noodzakelijk. Competenties van de tandarts- gnatholoog zijn de zorg in ruime zin, voorlichting en advisering, het kunnen werken in een organisatie, zelfwerkzaamheid ten aanzien van professionalisering waaronder wetenschappelijk gefundeerd handelen. De tandarts-gnatholoog is werkzaam in de periferie en in centra voor bijzondere tandheelkunde.
The guiding principle in postgraduate programmes is to enable dentists to build on and extend the competencies acquired in the basic academic programme. This requires the examination and treatment of sufficient numbers of patients. Given the incidence and prevalence of temporomandibular disorders and orofacial pain, basic academic training will be limited to referral or to diagnosing and treating acute and noncomplex cases, whereas the specialist in temporomandibular disorders(TMD) will focus especially on chronic temporomandibular disorders and orofacial pain, in a multidisciplinary setting. In case of orofacial pain, the general dental practitioner is the obvious person to determine if there may be odontogenic causes. The specialist in TMD can either advise the general practitioner or coordinate the patient’s care him- or herself. In order to be able to perform well within a (partly medical) multidisciplinary setting there is a need for differentiated education, above and beyond the basic academic curriculum. The competencies of the specialist in TMD should comprise care in a broad sense, providing evidence-based care and educating patients, being able to work well within an organization, clinical reasoning and professional development through life-long learning and teaching. The specialist in TMD may either work in private practice or in special dental care clinics.
Auteur(s) |
M.H. Steenks
A. de Wijer |
---|---|
Rubriek | Onderzoek en wetenschap |
Publicatiedatum | 1 februari 2007 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 114 - editie 2 - februari 2007 ; 076-81 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje