× ABONNEREN

Beroepsdifferentiatie in de tandheelkunde 6. Gnathologie: de competenties van de tandarts-gnatholoog en de tandarts-algemeen practicus

Door op 01-02-2007

Leidraad voor het postacademisch onderwijs is de mogelijkheid voor de tandarts om zijn in de reguliere opleiding verkregen vaardigheden te behouden en uit te breiden. Hiertoe is het nodig voldoende patiënten te kunnen onderzoeken en behandelen. Gegeven de incidentie en de prevalentie van temporomandibulaire disfunctie en orofaciale pijn richt het basisonderwijs zich vooral op de acute en subacute vormen van temporomandibulaire disfunctie, terwijl de tandarts-gnatholoog zich voornamelijk richt op de chronische temporomandibulaire disfunctie en orofaciale pijn. De behandeling voor deze laatste categorie is multidisciplinair. Bij pijnklachten in het orofaciale gebied dient de tandarts-algemeen practicus de eerst aangewezene te zijn om te bepalen of odontogene oorzaken aanwezig zijn. De tandarts-gnatholoog kan vervolgens de tandarts-algemeen practicus adviseren of zelf de zorg rond de patiënt coördineren. Om die laatste rol goed te kunnen vervullen in een multidisciplinaire (deels medische) behandeling is een differentiatieopleiding die het basisonderwijs overstijgt, noodzakelijk. Competenties van de tandarts- gnatholoog zijn de zorg in ruime zin, voorlichting en advisering, het kunnen werken in een organisatie, zelfwerkzaamheid ten aanzien van professionalisering waaronder wetenschappelijk gefundeerd handelen. De tandarts-gnatholoog is werkzaam in de periferie en in centra voor bijzondere tandheelkunde.

Winkelmandje

Er zitten geen programma's in het winkelmandje