Meer economische aandacht voor mondzorg lijkt zijn plaats, zker gezien de veranderingen die er aankomen, zoals meer nadruk op value-based health care en preventie, alsmaar stijgende uitgaven en een tekort aan zorgverleners. Economen kunnen daarbij helpen en zijn al van dienst op veel plekken in de zorg, zoals rondom de inrichting van het zorgstelsel, op het terrein van de zorgverzekering, bij pakketkeuzen, de organisatie van zorg inclusief taakherschikking, het aantonen van doelmatigheid van specifieke behandelopties en bij het maken van richtlijnen.
De Nederlandse mondzorg is een belangrijke sector. In de eerste plaats draagt mondzorg direct bij aan de gezondheid van burgers. Weinig zaken zijn belangrijker en waardevoller voor mensen dan hun gezondheid, waarvan mondgezondheid een wezenlijk onderdeel is. Daarnaast biedt de mondzorg aan veel mensen werk, zowel direct als indirect, en gaat er in deze sector veel geld om. De uitgaven binnen de mondzorg bedragen jaarlijks zo’n 3,5 miljard euro en worden betaald uit de collectieve basisverzekering, aanvullende verzekeringen en directe betalingen. In dit bedrag zijn directe uitgaven door burgers aan tandpasta’s, tandenborstels en andere benodigdheden overigens nog niet eens meegerekend. De mondzorg is in veel opzichten derhalve een sector van betekenis.
Met het groeien van het belang van de zorgsector, zowel in termen van uitgaven als van opbrengsten (meer gezondheid, hogere levensverwachting), is ook de belangstelling voor en de rol binnen de zorg van economen toegenomen. Gezondheidseconomen proberen bij te dragen aan het vergroten van het begrip van individuele en maatschappelijke keuzen rond gezondheid, aan een optimale inrichting van ons zorgstelsel en aan optimale keuzen binnen de zorg. Het achterliggende doel daarbij is het verbeteren van de doelmatigheid (zoveel mogelijk gezondheid en welzijn winnen met de beschikbare middelen) en rechtvaardigheid (een eerlijke verdeling van betalingen, zorg en gezondheid in de bevolking) van zorg. Hierbij is de mondzorg geen uitzondering, alhoewel het ten opzichte van andere zorgvormen minder vaak object van onderzoek en aandacht lijkt te zijn.
Dat laatste kan te maken hebben met het feit dat de gemiddelde schadelast bij mondgezondheidsproblemen, in termen van gezondheidsverlies en zorgkosten, in vergelijking met andere gezondheidsproblemen vaak relatief beperkt is. Ook dicht de overheid zichzelf een beperktere rol toe, vooral in het kader van de financiering en levering van mondzorg voor volwassenen. Deze zorg is, op enkele uitzonderingen na, niet opgenomen in het basispakket. Daar staat echter tegenover dat mondgezondheid voor bijna alle Nederlanders een relevante zorgvorm is en dat mondgezondheid een breder effect kan hebben op het functioneren en op het welzijn van mensen. Ook blijkt keer op keer dat de ongelijkheid in (mond)gezondheid tussen verschillende bevolkingsgroepen, hardnekkig is.
Meer economische aandacht voor mondzorg lijkt dan ook op zijn plaats. Zeker gezien de veranderingen die er aankomen in de (mond)gezondheidszorg, zoals meer nadruk op value-based health care en preventie, alsmaar stijgende uitgaven en een tekort aan zorgverleners. Economen kunnen daarbij helpen en zijn al van dienst op veel plekken in de zorg, zoals rondom de inrichting van het zorgstelsel, op het terrein van de zorgverzekering, bij pakketkeuzen, de organisatie van zorg inclusief taakherschikking, het aantonen van doelmatigheid van specifieke behandelopties en bij het maken van richtlijnen. Daarbij is steeds de achterliggende gedachte te komen tot een optimale aanwending van de schaarse zorgeuro. Dat maakt meteen duidelijk dat de uitdagende quote “Economics is too important to leave to economists'’, ook hier waarheid bevat. Dergelijke thema’s vergen namelijk (innige) samenwerking tussen verschillende vakgebieden en de bereidheid te leren van elkaars expertise en inzichten. Zonder dergelijke multidisciplinaire samenwerkingen zijn goede oplossingen voor de uitdagingen in de zorg eigenlijk ondenkbaar.
De samenwerking tussen mondzorg en economie begint voorzichtig op gang te komen. Voor economen is het in ieder geval niet nieuw om van tandartsen te leren. Eén van de beroemdste economen, John Maynard Keynes, schreef namelijk al:“If economists could manage to get themselves thought of as humble, competent people on a level with dentists, that would be splendid.”
Dit themanummer hoopt, in het licht van de uitdagingen in de mondzorg en het streven om de Nederlandse mondzorg nog doelmatiger en eerlijker te maken, die kennismaking en dat leerproces te bevorderen en de samenwerking tussen mondzorg en economie verder te versterken!
prof. dr. Werner B.F. Brouwer, gastredacteur
dr. Erik Vermaire, redacteur
Meer lezen? Log in of word abonnee
Auteur(s) | W.B.F. Brouwer |
---|---|
Rubriek | Thema: Economie |
Publicatiedatum | 7 juni 2019 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 126 - editie 6 - juni 2019; 279 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje