Aan zilverdiaminefluoride wordt een remmende werking van het cariësproces in dentinecaviteiten toegekend. Wat echter nog onduidelijk is, is de invloed van de mate van concentratie en frequentie van toepassing van dit middel.
Er werden 4 behandelgroepen 30 maanden onderzocht in gemiddeld 3,8-jarigen. Groep 1 en 2 bestond uit 12% zilverdiaminefluoride respectievelijk aangebracht elke 12 en 6 maanden en groep 3 en 4 uit 38% zilverdiaminefluoride ook respectievelijk aangebracht elke 12 en 6 maanden. Het gemiddeld aantal carieuze dentinelaesies per oppervlak per kind was 4,75.
Na 30 maanden bleek de frequentie van applicatie geen invloed op de mate van het inactiveren van carieuze dentinelaesies te hebben, maar wel de concentratie zilverdiaminefluoride. De prevalentie van geïnactiveerde carieuze dentinelaesies was 55,2% (groep 1), 58,6% (groep 2), 66,9% (groep 3) en 75,7% (groep 4). De mate van plaque op de gebitselementen had een significante interactie met de frequentie van aanbrengen van zilverdiaminefluoride.
Conclusie. De 38% zilverdiaminefluoride was effectiever in het inactiveren van carieuze dentinelaesies dan de 12% zilverdiaminiefluoride. Kinderen met een slechte mondhygiëne bleken gebaat te zijn bij een 6-maandelijkse applicatie van 38% ziverdiaminefluoride.
Fung MHT, Duangthip D, Wong MCM, Lo ECM, Chu CH. Randomized clinical trial of 12% and 38% silver diamine fl uoride treatment. J Dent Res 2018: 97; 171-178.
Auteur(s) | J.E.F.M. Frencken |
---|---|
Rubriek | Excerpten |
Publicatiedatum | 6 april 2018 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 125 - editie 4 - april 2018; 234-235 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje