Introductie. De 27th World Health Assembly, de jaarvergadering van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), lanceerde in 1974 het Expanded Programme on Immunization (EPI). Daarmee werd duidelijk dat de WHO het haar taak beschouwde om de totale wereldbevolking proactief de voordelen van vaccinatie tegen ziekten te bieden. Al in 1980 werd als doel gesteld dat in 1990 alle kinderen zouden zijn gevaccineerd tegen variola (pokken), tuberculose, difterie, tetanus, pertussis (kinkhoest), poliomyelitis (polio) en morbilli (mazelen) (Chan, 2014). Inmiddels is het EPI uitgebreid met vaccinaties tegen diverse wereldwijd en lokaal bij alle leeftijdsgroepen voorkomende pathogenen. Beslissingen over uitbreiding van het EPI worden landelijk door de verantwoordelijke gezondheidsinstanties genomen. In Nederland berust deze taak bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Bij de vijfigste verjaardag van het EPI wilden Shattock et al. (2024) een beeld schetsen van de wereldwijd behaalde gezondheidswinst.
Materiaal en methode. Met een serie van 22 mathematische en statistische modellen werden schattingen berekend van de gezondheidswinst door vaccinaties tegen 14 door micro-organismen veroorzaakte ziekten: difterie, Haemophilus influenzae type b-ziekte, hepatitis B, Japanse encefalitis, morbilli, meningitis type A, pertussis, pneumokokkenziekte, poliomyelitis, rotavirusinfectie, rubella (rodehond), tetanus, tuberculose en febris flava (gele koorts). Bronnen voor de gegevens over vaccinatie en gezondheidswinst waren WHO Immunization dashboard, WHO Supplementary Activities Database, WHO Polio Information System en Vaccine Impact Modelling Consortium. De gezondheidswinst betrof vermijding van mortaliteit, aantal gewonnen (gezonde) levensjaren in alle leeftijdscohorten en procentuele mortaliteitsreductie bij kinderen tot 1 jaar oud.
Resultaten. Op basis van de berekeningen schatten Shattock et al. (2024) dat tijdens de periode van 50 jaar door vaccinatie tegen de 14 genoemde ziekten 154 miljoen sterfgevallen zijn voorkomen. Het grootste deel hiervan betreft 146 miljoen kinderen tot 5 jaar oud, waaronder 101 miljoen kinderen tot 1 jaar oud. De geschatte aantallen gewonnen levensjaren en gewonnen gezonde levensjaren bedroegen respectievelijk 9 miljard en 10,2 miljard. Per jaar bedroeg het geschatte aantal gewonnen gezonde levensjaren meer dan 200 miljoen. Elk gespaard leven betekende gemiddeld 58 gewonnen levensjaren en 66 levensjaren in gezondheid. Van de 10,2 miljard gewonnen gezonde levensjaren hadden 0,8 miljoen (7,8%) betrekking op poliomyelitis. Onder de 154 miljoen door vaccinatie vermeden sterfgevallen waren 93,7 miljoen (60,8%) gerelateerd aan morbilli.
De mortaliteit van kinderen tot 1 jaar oud daalde in 50 jaar van meer dan 10% tot iets meer dan 2%. Geschat werd dat deze gigantische procentuele mortaliteitsreductie gemiddeld voor 40% kon worden toegeschreven aan vaccinaties, wereldwijd variërend van 21% in het gebied van de westelijke Stille Oceaan tot 52% in Afrika. Deze mortaliteitsreductie was het grootst in de periode 1980-1990 toen het oorspronkelijke EPI, dat bestond uit vaccins tegen tuberculose, difterie, tetanus, poliomyelitis en morbilli, enorm werd geïntensiveerd. Kinderen van 10 jaar oud hebben naar schatting in het jaar 2024 een ongeveer 44% grotere kans om hun volgende verjaardag te beleven dan in het jaar 1974, toen nog geen vaccinaties plaatsvonden. Deze kans is naar schatting 35% groter voor 25-jarigen en 16% groter voor 50-jarigen.
Beschouwing. Vastgesteld kan worden dat sinds 1974 wereldwijd een enorme winst is geboekt met de overleving van kinderen. Het EPI heeft hieraan de belangrijkste bijdrage geleverd. Om de primaire gezondheidszorg verder te verbeteren en de mortaliteit door infectieziekten nog verder te reduceren, is volgens Shattock et al. (2024) een voor iedere wereldbewoner toegankelijke immunisering van cruciaal belang.
De meeste vaccins werken op 2 manieren, individueel en door reductie van de kans op besmetting in de samenleving. Dit laatste zorgt er wel voor dat het effect van vaccinatie op individueel niveau minder opvalt. Door kleine reducties van individuele vaccinatie neemt de kans op besmetting in de samenleving echter weer toe. Op dit moment is dit gaande bij morbilli. Door minder vaccinaties op individueel niveau dreigt een pandemie.
Helaas is er tegenwoordig veel maatschappelijke weerstand tegen vaccineren, onder andere in het geval van de vaccinatiecampagne voor jonge meisjes en jongens tegen het humaan papillomavirus. Zelfs het bekende risico van dit virus op de ontwikkeling van kanker in de cervix uteri (baarmoederhals), de anogenitale regio en de orofarynx neemt deze weerstand niet weg (Poelman et al., 2022). Het RIVM moet met regelmaat alle zeilen bijzetten om de bevolking ervan te overtuigen dat vaccinatie dringend gewenst is, zowel op individueel niveau als op het niveau van de samenleving. Een voorbeeld hiervan is het een webpagina van het RIVM, gericht aan ouders van kinderen die twijfels hebben over de noodzaak om hun kinderen te laten vaccineren. Kennelijk is de voortdurende verspreiding van kennis, zoals via het hier besproken artikel, noodzakelijk om de brede bevolking tot inzicht te brengen.
Meer lezen? Log in of word abonnee
Auteur(s) | C. de Baat |
---|---|
Rubriek | Excerpten |
Publicatiedatum | 9 december 2024 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 131 - editie 12 - december 2024; 564-565 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje