Odentogene ontstekingen kunnen een bacteriëmie veroorzaken waarbij vrijgekomen cytokinen elders in het lichaam de intima van de arteriewanden kunnen beschadigen, waardoor onder andere een myocardinfarct kan ontstaan. De doelstelling van dit casuscontroleonderzoek was de mogelijke relatie te onderzoeken tussen enerzijds parodontitis en parodontitis apicalis en anderzijds het acuut myocardinfarct.
De casusgroep bestond uit 248 patiënten in de leeftijd van 51 tot 83 jaar die 1 tot 5 maanden tevoren waren behandeld vanwege een acuut myocardinfarct en die minimaal 5 gebitselementen hadden. Het myocardinfarct was destijds gediagnosticeerd op grond van karakteristieke afwijkingen op een elektrocardiogram en karakteristieke enzymen in het bloedserum. De behandeling had bestaan uit percutane coronaire interventie, een chirurgische omleiding van coronaire arteriën of trombolyse. Als controlegroep werden 249 patiënten van een mondzorgkliniek geselecteerd die met de casusgroep vergelijkbaar waren naar leeftijd, geslacht, aantal gebitselementen en rookgewoonten. Inclusiecriterium was dat in het voorgaande jaar door een internist of cardioloog was vastgesteld dat ze geen klinisch diagnosticeerbare cardiovasculaire of andere ziekten hadden. Bij zowel de casus- als de controlegroep werd een mond- en een röntgenonderzoek uitgevoerd. Geregistreerd werden: aantal ontbrekende gebitselementen, aantal endodontisch behandelde gebitselementen, DMFT-index, algemene diagnose parodontitis, pocketdiepten, bloedingsindex, verlies van parodontale aanhechting en röntgenologische parodontale en apicale laesies.
Enkele variabelen bleken in de casusgroep statistisch significant ongunstiger dan in de controlegroep, namelijk gemiddeld aantal ontbrekende gebitselementen (7 versus 3), gemiddelde DMFT-index (20,1 ± 5,4 versus 18,6 ± 5,6), algemene diagnose parodontitis (48% versus 39% van de patiënten), röntgenologisch zichtbare parodontale laesie(s) (24% versus 18% van de patiënten) en röntgenologische zichtbare apicale laesie(s) (38% versus 24% van de patiënten). Met een multipele regressieanalyse werd aangetoond dat in volgorde van belangrijkheid röntgenologisch zichtbare apicale laesies, DMFT-index en aantal ontbrekende gebitselementen de beste voorspellers voor het acuut myocardinfarct waren.
Geconcludeerd wordt dat, ten opzichte van de controlegroep, de patiënten die vanwege een acuut myocardinfarct waren behandeld minder gebitselementen en meer odontogene ontstekingen hadden. De meeste odontogene ontstekingen waren endodontogeen.
Willershausen I, Weyer V, Peter M, et al. Association between chronic periodontal and apical inflammation and acute myocardial infarction. Odontology 2014; 102: 297-302.
Auteur(s) | C. de Baat |
---|---|
Rubriek | Excerpten |
Publicatiedatum | 6 maart 2015 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 122 - editie 3 - maart 2015; 170-171 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje