Volgens de huidige Europese richtlijnen voor het veilig gebruik van röntgenstraling in de tandheelkunde zijn periapicale opnamen de eerste keuze in de endodontie. In de onderzoeksliteratuur wordt aangegeven dat conebeamcomputertomografie (CBCT) beter in staat is periapicale afwijkingen weer te geven dan intraorale röntgenopnamen. De stralingsdosis is echter aanzienlijk hoger dan die van een intraorale röntgenopname. Voor de European Comission Guidelines for the Safe Use of Radiation in Dentistry is een literatuuronderzoek uitgevoerd waaruit bleek dat CBCT technisch gezien meer endodontische deffecten kon aantonen, maar er waren geen onderzoeken beschikbaar naar het effect van CBCT op de behandelbeslissingen. Het hier beschreven onderzoek wil daarover informatie verkrijgen.
Het onderzoek betreft patiënten die waren verwezen voor behandeling naar 2 gespecialiseerde endodontische klinieken in Zweden. De patiënten ondergingen het gebruikelijke klinische onderzoek en er werden intraorale röntgenopnamen gemaakt volgens het protocol van de Europese richtlijnen. Toen de zo verkregen informatie niet voldoende bleek te zijn en er behoefte was aan een CBCT-onderzoek, werd de patiënt doorverwezen naar een radiologische kliniek. In totaal betrof dit 57 patiënten (4% van het totaal aantal patiënten behandeld in deze klinieken).
Voordat het CBCT-onderzoek werd uitgevoerd, legde de verwijzer het behandelplan vast dat op grond van de klinische informatie en intraorale röntgenopnamen het meest geschikt leek. Nadat de CBCT-opnamen waren vervaardigd, maakte de radioloog een verslag en zond dit naar de verwijzer. Deze beoordeelde het verslag en besloot naar aanleiding daarvan zo nodig tot aanpassing van het behandelplan. Na behandeling van de patiënt vulde de verwijzer een vragenlijst in naar de mate waarin de CBCT-informatie aanleiding had gegeven tot wijziging van het behandelplan en hoe behulpzaam deze informatie was geweest voor de behandeling.
De belangrijkste reden om een patiënt voor een CBCT-opname te verwijzen was het onderscheiden van pathologie van de normale anatomische variaties. Dit was het geval bij 24 patiënten. Bij 28 patiënten (53%) gaf de CBCT-opname aanleiding tot een wijziging in het behandelplan. De conclusie is dat CBCT-opnamen een gunstige bijdrage kunnen leveren aan de behandelbeslissing als de indicatiestelling voor CBCT wordt gesteld in overeenstemming met de Europese richtlijnen.
Mota de Almeida FJ, Knutsson K, Flygare L.The effect of cone beam CT (CBCT) on therapeutic decision-making in endodontics. Dentomaxillofac Radiol 2014; 43: 20130137.
Auteur(s) | P.F. van der Stelt |
---|---|
Rubriek | Excerpten |
Publicatiedatum | 6 februari 2015 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 122 - editie 2 - februari 2015; 114 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje