Hoewel de rol die psychologische factoren spelen bij het ontstaan, versterken en in stand houden van bruxisme en andere parafuncties ter discussie staat, wordt de bijdrage van een psycholoog bij de behandeling van de individuele patiënt aanbevolen. De taak van de psycholoog bestaat uit diagnostisch onderzoek en behandeling, hetgeen meestal een kortdurende cognitieve gedragstherapie inhoudt. De psychologische diagnostiek gebeurt met behulp van een vragenlijst, een psychologische test en een of meerdere gesprekken. De behandeling is erop gericht het bruxisme te leren herkennen, alternatief gedrag te leren en factoren die het bruxisme versterken, anders te leren hanteren. De behandeling gebeurt zowel individueel als in groepsverband.
Although there is a controversy about the importance of psychological factors in the development, enhancement and perpetuation of bruxism and other parafunctional activities, the contribution of a psychologist in the treatment of the individual patient is recommended. This contribution consists of diagnostic examination and treatment, most often a short cognitive behavior modification therapy. Because bruxism is mostly examined and treated in relation to the complaints it might cause, especially CMD-complaints, diagnosis and treatment are mostly directed at both. For the diagnosis a questionnaire is used, including a psychological test, which is followed by one or more interviews. The treatment is directed at learning to recognize bruxism activities, to practice alternative behavior, and to learn to cope better with situations that may lead to an increase of bruxism.
Auteur(s) |
M.J. van der Meulen
F. Lobbezoo M. Naeije |
---|---|
Rubriek | Thema: Parodontologie |
Publicatiedatum | 1 juli 2000 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 107 - editie 7 - juli 2000 ; 297-300 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje