Het doel van dit artikel is inzicht te geven in de mate waarin tandartsen-algemeen practici op de hoogte zijn van enkele belangrijke onderdelen van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), vier jaar na introductie ervan. Hiertoe werd aan een steekproef van 806 tandartsen, random getrokken uit de bestanden van de NMT, een vragenlijst gezonden. Het responspercentage bedroeg 41,6. Uit de resultaten blijkt dat de respondenten in het algemeen goed op de hoogte zijn van een aantal belangrijke onderdelen van de WGBO, zoals het toestemmingsvereiste bij ingrijpende behandelingen, het redelijkheidscriterium, het inzagerecht van de patiënt in zijn dossier en de medewerkingsplicht van de patiënt. Sommige plichten en rechten van tandarts en patiënt zijn echter beduidend minder bekend. Zo wordt ten onrechte gedacht dat voor alle behandelingen expliciet de toestemming van de patiënt is vereist, is men niet goed op de hoogte van de minimale bewaartermijn van dossiers en weet men onvoldoende dat de patiënt ook het recht heeft niet geïnformeerd te worden over de behandeling. In de discussie wordt een aantal verklaringen gegeven voor het gebrek aan kennis over sommige aspecten van de wet. Vooral een tekort aan relevantie van sommige wetsonderwerpen voor de tandartspraktijk zou een verklaring kunnen bieden voor het tekort aan kennis.
After more than 25 years of debate about the legislation of patient rights in the Netherlands, the ‘Agreement on Medical Treatment’ act was passed by the Dutch government in 1995. This article descibes the amount of knowledge general dental practitioners have on several topics of this law, four years after its introduction. A questionnaire was send to 806 dental practitioners, random drawn from the registers of the Dutch Dental Association. The respons-rate was 41.6%. Results show that respondents are well informed about some of the most important topics of this law, such as the requirement to obtain the patient’s consent to major dental treatments and the fact that information must be based on the‘patient need standard’. Other rights and duties however, are less known. For example, it is still not well known that for routine treatments the patient’s explicit consent is not needed, but can be assumed. Also, knowledge about the mimimal period for retaining patient dossiers is scarcely present. Some explanations for this lack of knowledge are discussed, especially the lack of relevance of some topics of this law for the dental practice.
Auteur(s) | B.C. Schouten |
---|---|
Rubriek | Onderzoek en wetenschap |
Publicatiedatum | 1 juni 2000 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 107 - editie 6 - juni 2000 ; 238-241 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje