Cariës op het distale vlak van de tweede ondermolaar is een veelvoorkomend gevolg van impactie van de aangrenzende derde molaar. Om de prevalentie van dit type cariës in Nederland te bepalen werden 250 röntgenopnamen geëvalueerd. De prevalentie was 26% in de onderzoekspopulatie. Risicofactoren voor de ontwikkeling van cariës op het distale vlak van de tweede ondermolaar waren gedeeltelijk geërupteerde/geïmpacteerde derde molaren met een mesiale of horizontale angulatie, verlies van lamina dura van ≥ 2 mm en een verhoogde gemodificeerde DMFT-score. De relatie tussen het contactpunt van de derde molaar en de aangrenzende tweede ondermolaar enerzijds en de glazuur-cementgrens van de aangrenzende tweede ondermolaar en de prevalentie van dit type cariës anderzijds bereikte bijna statistische significantie (p = 0,052). De relatief lage prevalentie van cariës op het distale vlak van de tweede ondermolaar is waarschijnlijk gerelateerd aan de huidige klinische praktijkrichtlijn die aanbeveelt gedeeltelijk geërupteerde/geïmpacteerde derde molaren vroegtijdig te verwijderen, vooral bij een mesiale of horizontale angulatie.
Distal surface caries in the mandibular second molar is a common outcome of impaction of the adjacent third molar. To determine the prevalence of this type of caries in the Netherlands, 250 radiographs were evaluated. The prevalence among the research population was 26%. Risk factors for developing distal surface caries in the mandibular second molar were partially erupted/impacted third molars with a mesioangular or horizontal angulation, an LD loss of ≥ 2mm and an increased modified DMFT score. The relation between the point of contact of the third molar and the adjacent mandibular second molar, on the one hand, and, on the other, the cemento-enamel junction of the mandibular second molar and the prevalence of distal surface caries almost reached statistical significance (p = 0.052). The relatively low prevalence of distal surface caries in the Netherlands is probably related to the current clinical guidelines recommending early extraction of partially erupted/impacted third molars, particularly in cases of third molars with a mesioangular or horizontal angulation.
Auteur(s) |
M.W.A. Hayawi
Z. Assy T. Forouzanfar V. Toedtling H.S. Brand |
---|---|
Rubriek | Onderzoek en wetenschap |
Publicatiedatum | 4 november 2024 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 131 - editie 11 - november 2024; 479-486 |
DOI | https://doi.org/10.5177/ntvt.2024.11.24050 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje