De prothetische behandeling van jongeren met hypodontie wordt meestal voorafgegaan door een orthodontische behandeling om de pijlerelementen strategisch te positioneren. Vervolgens lijken uit weefselbesparend oogpunt adhesiefbruggen een doelmatige behandeloptie. In dit in Ierland uitgevoerde onderzoek werd de doelmatigheid van adhesiefbruggen bij jongeren met hypodontie geëvalueerd.
Om in aanmerking te komen als proefpersoon moest de agenesie van gebitselementen aantoonbaar zijn, moest een preprothetische orthodontische behandeling minimaal 6 maanden in de retentieperiode verkeren, mochten de diastemen maximaal 2 premolaren breed zijn, moesten de aan een diasteem grenzende gebitselementen gaaf en parodontaal gezond zijn, moesten de occlusie normaal en de overbeet gering zijn en moest de interocclusale ruimte voldoende zijn voor articulatie. Een diasteem van 1 premolaarbreedte werd voorzien van een brugtussendeel met adhesiefvleugels op de buurelementen. Een diasteem van 2 premolaarbreedten werd gesloten met 2 vrij-eindigende adhesiefbruggen. Voor de preparaties van de gebitselementen, voor de vorm en de uitvoering van de onderdelen van de adhesiefbruggen en voor het plaatsen van de adhesiefbruggen waren regels opgesteld die strikt werden nageleefd. Evaluaties vonden plaats 6, 12, 18 en 24 maanden na plaatsing van de adhesiefbruggen. Hierbij waren 3 kwalificaties mogelijk: ‘succesvol’ als de adhesiefbrug ongewijzigd in situ was; ‘overlever’ als de adhesiefbrug na 24 maanden in situ was en slechts 1 keer was losgekomen en herplaatst of als een porseleinreparatie was uitgevoerd of als een pijlerelement was gerestaureerd in verband met een cariëslaesie; en ‘mislukt’ als de adhesiefbrug meer dan 1 keer was losgekomen en herplaatst of was vervangen.
Geïncludeerd werden 40 patiënten met een gemiddelde leeftijd van 19 jaar. Zij kregen 65 adhesiefbruggen, 49 in de maxilla en 16 in de mandibula; 43 in het front en 22 in de zijdelingse delen. Aan het eind van de onderzoeksperiode waren de kwalificaties van de adhesiefbruggen als volgt: 60 succesvol, 3 overlever en 2 mislukt (3%).
Over de betrekkelijk korte vervolgperiode van 2 jaar kon deze behandeloptie bij jongeren met hypodontie als doelmatig worden beschouwd.
Auteur(s) | C. de Baat |
---|---|
Rubriek | Excerpten |
Publicatiedatum | 7 juli 2017 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 124 - editie 7-8 - juli en augustus 2017; 390-391 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje