Hoewel depressie algemeen wordt beschouwd als risico-indicator voor temporomandibulaire disfunctie, ontbreekt gedegen bewijs voor deze stellingname. Daarom was de doelstelling van dit onderzoek een wetenschappelijke onderbouwing te geven voor de mogelijke relatie tussen depressie en temporomandibulaire disfunctie.
Sinds 1996 worden in Taiwan door de nationale zorgverzekeraar alle zorgdeclaraties van de ruim 23 miljoen inwoners digitaal geregistreerd. In 2005 werd een representatieve steekproef getrokken van bijna 1 miljoen thuiswonende personen. Uit deze steekproef werd de populatie geselecteerd voor wie in de periode tot 2013 declaraties waren ingediend vanwege zowel temporomandibulaire disfunctie als depressie. Personen die eerst temporomandibulaire disfunctie en pas later depressie hadden gekregen en personen voor wie slechts 3 consulten voor temporomandibulaire disfunctie en depressie gezamenlijk waren gedeclareerd, werden geëxcludeerd. Voor depressie werd onderscheid gemaakt tussen ernstige depressie, dysthymie en overige typen depressie. Dysthymie is het chronische type depressie dat zich kenmerkt door een gebrek aan plezier en genoegen in het leven. Binnen de geselecteerde populatie waren voor 1.804 personen declaraties ingediend vanwege temporomandibulaire disfunctie. Vervolgens werden aselect uit dezelfde populatie 200.000 personen zonder temporomandibulaire disfunctie gekozen. Beide groepen werden verkleind tot 2 even grote subgroepen waarin 10 confounders gelijk waren vertegenwoordigd. De confounders waren inkomen, leeftijd, geslacht en het totaal aantal gedeclareerde consulten voor achtereenvolgens mandibulafractuur, malocclusie en andere afwijkingen van de kaakgrootte, specifieke of gegeneraliseerde angststoornis, paniekstoornis, obsessieve dwangstoornis en een andere dan de al apart geregistreerde psychiatrische stoornissen. Dit leidde tot 2 subgroepen van elk 1.079 personen.
Multipele regressieanalyse liet zien dat na correctie voor de 10 confounders de kans op temporomandibulaire disfunctie bij personen met dysthymie statistisch significant groter was dan bij personen met de 2 andere typen depressie. Het totaal aantal gedeclareerde consulten voor een specifieke angst- en paniekstoornis was statistisch significant positief gecorreleerd met temporomandibulaire disfunctie.
Conclusie: dysthymie is een risico-indicator voor temporomandibulaire disfunctie. Aanbeveling: een psychiater toevoegen aan elk zorgteam voor temporomandibulaire disfunctie.
Lin SL, Wu SL, Ko SY, Yen CY, Chiang WF, Yang JW. Temporal relationship between dysthymia and temporomandibular disorder: a population-based matched case-control study in Taiwan. BMC Oral Health 2017; 17: 50.
Auteur(s) | C. de Baat |
---|---|
Rubriek | Excerpten |
Publicatiedatum | 3 november 2017 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 124 - editie 11 - november 2017; 596 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje