Sommige voedingsvariabelen zijn bij ouderen voorspellers van morbiditeit en levensduur. In het onderhavige onderzoek werd getest of subjectief kauwvermogen en variatie in het voedingspatroon van ouderen invloed hebben op hun zorgconsumptie en zorguitgaven.
De onderzoeksgroep bestond basaal uit de participanten van een representatief nationaal gezondheidsonderzoek onder 65-plussers dat in Taiwan werd uitgevoerd in de periode 1999-2000. Daarvan waren gegevens beschikbaar over leeftijd, woonregio, etniciteit, opleiding, gezinsomstandigheden, inkomen, roken, alcoholconsumptie, betelnotenconsumptie, subjectieve gezondheid, subjectief kauwvermogen, voeding en ziekten. Aan de hand van de ziekten werd de Charlson Comorbidity Index (CCI) bepaald. Met de voedingsgegevens werd de Dietary Diversity Score (DDS) bepaald. Deze score tussen 0 en 6 geeft aan of men per dag voldoende nuttigt uit 6 voedselgroepen: zuivelproducten; eieren, bonen, vis en vlees; rijst en granen; fruit; groenten; vetten en oliën. Een score van 3 of lager werd beschouwd als onvoldoende. In een nationaal elektronisch gegevensbestand werden van iedere participant de zorgconsumptie en de zorguitgaven opgezocht vanaf de start van het nationale gezondheidsonderzoek tot hun dood of tot en met 2006.
Voor het onderzoeksdoel waren alle gegevens beschikbaar van 903 mannen en 890 vrouwen. Statistische analyse leverde een aantal significante bevindingen op. Uitgaven voor spoedeisende zorg, voor opname in een medisch centrum en voor de totale medische zorg waren hoger voor de participanten met onvoldoende dan voor de participanten met voldoende subjectief kauwvermogen. Participanten die zowel onvoldoende subjectief kauwvermogen als een onvoldoende DDS-score hadden, hadden minder gebruikgemaakt van jaarlijkse preventieve zorg en van mondzorg, waren langer opgenomen geweest in een medisch centrum en hadden hogere totale zorgkosten dan de overige participanten. Na correctie voor covariabelen was voor participanten met een onvoldoende DDS-score onvoldoende subjectief kauwvermogen gerelateerd aan langer verblijf in een medisch centrum.
Algemeen concluderend kon worden gesteld dat onvoldoende subjectief kauwvermogen en onvoldoende variatie in het voedingspatroon waren gerelateerd aan langere opname in een medisch centrum en aan hogere zorguitgaven.
Auteur(s) | C. de Baat |
---|---|
Rubriek | Excerpten |
Publicatiedatum | 9 juni 2017 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 124 - editie 6 - juni 2017; 342-343 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje