× ABONNEREN

Etoricoxib als alternatief voor ibuprofen?

Door op 10-06-2024

Introductie. NSAID’s worden veelvuldig voorgeschreven door tandartsen, maar kunnen leiden tot nadelige bijwerkingen zoals maagpijn, misselijkheid, braken, diarree, maagbloedingen, hoofdpijn en duizeligheid. De werking van NSAID’s berust op het remmen van zowel het eiwit COX-1 als COX-2, wat de vorming van prostaglandinen vermindert. Prostaglandinen spelen een rol bij pijnperceptie, temperatuurregulatie en vaatverwijding, maar hebben ook beschermende functies voor organen als de nieren en maag. Daar waar het remmen van COX-1 maagen darmproblemen induceert, zorgt juist de COX-2-remming voor een ontstekingsremmend effect. Om nadelige bijwerkingen te verminderen zijn COX-2-selectieve NSAID’s ontwikkeld zoals etoricoxib en celecoxib. Deze tonen minder maag- en darmbijwerkingen dan klassieke NSAID’s zoals diclofenac, ibuprofen en naproxen. In het onderzoek van Mattos-Pereira et al. (2023) wordt het pijnstillende effect van onder andere etoricoxib en ibuprofen na het plaatsen van een implantaat onderzocht. Materiaal en methode. In een gerandomiseerd, placebogecontroleerd klinisch onderzoek werd de effectiviteit van verschillende pijnstillende medicatie onderzocht na het plaatsen van een implantaat. In totaal werden 135 niet-rokende patiënten geïncludeerd met een gemiddelde leeftijd van 57,6 jaar (± 11,7) bij wie een enkel implantaat geplaatst zou worden. Deze patiënten werden willekeurig verdeeld over de 5 verschillende onderzoeksgroepen (n = 27): etoricoxib (90 mg), ibuprofen (600 mg), nimesulide (NSAID) (100 mg), paracetamol (750 mg) of een placebo. Het chirurgisch plaatsen van de implantaten werd uitgevoerd door 1 geblindeerde behandelaar. Postoperatieve pijn werd beoordeeld met een visueel analoge schaal gedurende 3 dagen, waarbij patiënten op 6 verschillende meetmomenten een pijnscore moesten geven op een schaal van 1-10. Het optreden, de duur en de intensiteit van de pijn werd statistisch geanalyseerd met behulp van de chikwadraat-, Fischer-exact- en ANOVA-test. Tevens werden gegeneraliseerde inschattingsmodellen gebruikt indien van toepassing.

Resultaten. Uit dit onderzoek bleek dat alle geteste medicijnen een significante vermindering van postoperatieve pijn vertoonden in vergelijking met placebo. De patiënten die etoricoxib, ibuprofen en nimesulide kregen, vertoonden een snellere afname van pijnscores dan de groep die paracetamol kreeg. Daarentegen gaf etoricoxib vanaf 12 uur na de ingreep significant de meeste verlichting ten opzichte van de andere medicatie. Er werden geen bijwerkingen van de medicatie gerapporteerd door de deelnemers. De bevindingen suggereren dat zowel ibuprofen, nimesulide als etoricoxib effectief zijn in het verlichten van pijn na het plaatsen van een implantaat, maar etoricoxib over een langere periode de meeste verlichting geeft. Er werden door de deelnemers geen bijwerkingen vermeld.


Beschouwing. Van de NSAID’s is ibuprofen de meest voorgeschreven pijnstiller door tandartsen in Nederland (Pharmaceutisch Weekblad, 2016). Dit onderzoek laat echter zien dat de selectieve-COX-2-remmer etoricoxib een effectievere pijnstiller is dan ibuprofen. In een systematisch literatuuronderzoek van Moore et al. (2011) wordt tevens gekeken naar het analgetische vermogen van diverse pijnstillers bij postoperatieve pijn. Hieruit komt ook naar voren dat etoricoxib een significant beter pijnstillend vermogen heeft dan ibuprofen.

Een literatuuronderzoek van Stiller et al. (2022) gaat verder in op de bijwerkingen van NSAID’s en vermeldt dat etoricoxib een gunstiger bijwerkingenprofiel heeft dan ibuprofen. Dit kan van belang zijn bij het voorschrijven van pijnstillers aan patiënten die gevoelig zijn voor bijwerkingen van NSAID’s, zoals maagklachten en gastrointestinale bloedingen. Wel wordt er aangegeven dat etoricoxib een iets hoger risico geeft op cardiovasculaire bijwerkingen, zoals trombose, beroerte en myocardinfarct. Het Farmacotherapeutisch Kompas meldt dat deze bijwerkingen bij 0,1-1,0% van de gebruikers voorkomt. Door het remmen van COX-2 kan er namelijk een disbalans ontstaan in tromboxaan en antitrombotische prostaglandinen, wat vooral optreedt bij langdurig gebruik.

Naproxen en ibuprofen blijken de NSAID’s te zijn die het laagste cardiovasculaire risico geven en hebben dus de voorkeur bij patiënten met een verhoogd risico op of aanwezigheid van hart- en vaatziekten. Bij het kiezen van een pijnstiller voor postoperatieve pijnbehandeling is het dus belangrijk om individuele factoren, bijwerkingen en contra-indicaties te overwegen.

Bron & Literatuur

Meer lezen? Log in of word abonnee

Winkelmandje

Er zitten geen programma's in het winkelmandje