Het succes van een implantaat wordt onder meer afgemeten aan veranderingen in de hoogte van het alveolaire bot rondom het implantaat. Intraorale röntgenopnamen zijn zeer geschikt om het botniveau af te beelden. Sinds enige tijd is conebeamcomputertomografie (CBCT) een alternatief, omdat hiermee het botniveau driedimensionaal kan worden weergegeven. De stralingsdosis van een conebeamcomputertomogram is echter tientallen keren hoger dan die van een intraorale röntgenopname.
In een onderzoek werden 26 titanium implantaten geplaatst bij 12 honden, waarbij eerder een chronische vestibulair botdefect was gemaakt. Na 2 en na 8 weken werden 6 honden gedood. Van de implantaatgebieden werden conebeamcomputertomogrammen gemaakt. Vervolgens werden botstukken van ongeveer 8 cm rondom het implantaat verwijderd en werden van deze botstukken periapicale opnamen gemaakt met een intraorale sensor. Ten slotte werden er histologische coupes gemaakt van de botstukken. Op de röntgenopnamen en op de histologische coupes werd de hoogte en de dikte van het alveolaire bot rondom het implantaat gemeten.
De metingen op de conebeamcomputertomogrammen verschilden niet significant van de histomorfometrie wat betreft het vestibulaire botniveau en de botdikte, hoewel de mesiale en de distale bothoogte op de conebeamcomputertomogrammen iets werden onderschat. Dat gold ook voor de intraorale röntgenopnamen. Het verschil was doorgaans echter minder dan een millimeter. Metaalartefacten als gevolg van de implantaten beperkten soms de zichtbaarheid van het botniveau. De vestibulaire en orale botdikte was op de intraorale opnamen, zoals te verwachten, niet te beoordelen. Op de conebeamcomputertomogrammen werd de vestibulaire en orale botdikte systematisch overschat, maar het verschil met de histologische metingen was niet significant. In de klinische situatie zullen de uitkomsten meer variëren, omdat er dan bewegingsonscherpte kan optreden, wat niet voorkwam in ditex-vivo-experiment.
De conclusie is dat voor bepaling van de distale enmesiale bothoogte intraorale röntgenopnamen en conebeamcomputertomogrammen gelijkwaardig zijn. Voor de vestibulaire en orale bothoogte en dikte is conebeamcomputertomografie redelijk betrouwbaar.
Ritter L, Elger MC, Rothamel D, et al. Accuracy of peri-implant bone evaluation using cone beam CT, digital intra-oral radiographs and histology. Dentomaxillofac Radiol 2014; 43: 20130088.
Auteur(s) | P.F. van der Stelt |
---|---|
Rubriek | Excerpten |
Publicatiedatum | 10 april 2015 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 122 - editie 4 - april 2015; 228 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje