Een geïmpacteerde bovencuspidaat is een redelijk veel voorkomend tandheelkundig probleem met een prevalentie van 1-5%. Als deze cuspidaat op een leeftijd van 10 tot 11 jaar tijdens klinisch onderzoek niet buccaal palpabel is, is aanvullende röntgendiagnostiek nodig. Het meest gebruikt is dan de periapicale röntgenopname, vaak in combinatie met een panoramische röntgenopname. Een nadeel hiervan is dat vaak overlap op de afbeelding ontstaat waardoor de ligging van de cuspidaat en mogelijke wortelresorptie van een buurelement moeilijk in beeld zijn te brengen. Een alternatief is dan om met behulp van conebeamcomputertomografie de cuspidaat driedimensionaal in beeld te brengen met als nadeel dat hiervoor een hogere röntgendosis nodig is. In dit onderzoek werd de benodigde dosis voor het in beeld brengen van een geÏmpacteerde cuspidaat bij kinderen met behulp van tweedimensionale opnames vergeleken met de dosis nodig voor een CBCT-opname.
Twee CBCT-toestellen (ProMax3D en NewTom5G) werden vergeleken met een panoramatoestel (Promax) en een digitale sensor (ProSensor) voor de periapicale röntgenopnamen. Er werd een fantoomhoofd gebruikt dat een 10-jarig kind nabootste. Metingen werden verricht om de orgaandoses vast te stellen.
Het gebruik van de Promax3D CBCT en de NewTom5G resulteerde in een effectieve dosis van 88 µsV respectievelijk 170 µsV. Bij het maken van de panoramische röntgenopname werd een effectieve dosis gemeten van 4,1 µsV. Het maken van de periapicale röntgenopname resulteerde in een dosis van 0,6 µsV dan wel 0,7 µsV, afhankelijk van de inschietrichting op de laterale of de centrale incisief. Bij een unilaterale geïmpacteerde cuspidaat was de dosis, afhankelijk van het gebruikte CBCT-toestel, 70 tot 140 maal zo hoog als het gebruik van periapicale röntgenopnames. Bij een tweezijdig geïmpacteerde cuspidaat was dit 45 tot 90 keer zonder panoramische röntgenopname, dan wel 15 tot 30 maal zo hoog als de periapicale röntgenopnames gecombineerd worden met een panoramische röntgenopname.
Conclusie. De effectieve dosis bij het gebruik van CBCT voor de diagnostiek van een geïmpacteeerde cuspidaat is aanmerkelijk hoger dan bij het gebruik van periapicale röntgenopnames, eventueel gecombineerd met een panoramische röntgenopname.
Kadesjo N, Lynds R, Nilsson M, Shi X-Q. Radiation dose from X-ray examinationsof impacted canines: cone beam CT vs two-dimensional imaging. Dentomaxillofac Radiol 2018; 47: 20170305.
Auteur(s) | J.H.G. Poorterman |
---|---|
Rubriek | Excerpten |
Publicatiedatum | 4 januari 2019 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 126 - editie 1 - januari 2019; 48-49 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje