Impactie van de blijvende maxillaire cuspidaten komt regelmatig voor. Onderzoek heeft de laatste decennia geleid tot 2 behandelmethoden: de gemodificeerde venstertechniek en de gesloteneruptietechniek. Hoewel deze methoden uitgebreid zijn beschreven, is tot dusver niet duidelijk welke methode het meest effectief is. Bij een onderzoeksgroep van 73 orthodontiepatiënten met een geïmpacteerde, palatinaal gelegen blijvende maxillaire cuspidaat werd deze cuspidaat via een gingivaflap vrijgelegd en direct voorzien van een orthodontische bracket, waarna de gingivaflap werd teruggehecht. De patiënten werden 3 maanden na de orthodontische behandeling klinisch en röntgenologisch onderzocht. In de controlegroep van 93 orthodontiepatiënten kwamen geen geïmpacteerde blijvende maxillaire cuspidaten voor. Het algehele succespercentage van de behandeling in de onderzoeksgroep was 63. Afwijkingen aan de buurelementen waren significant gerelateerd aan een hogere leeftijd van de patiënten. Er was een significant verschil tussen het aantal pockets rond de buurelementen van de cuspidaten in de onderzoeks- en de controlegroep.
The impaction of permanent maxillary canines occurs frequently. In recent decades, research has led to 2 methods of treatment: the modified window technique and the closed eruption technique. Although these methods have been described in detail, it is still not clear which method is most effective. In a study involving 73 orthodontic patients with an impacted, palatally displaced permanent maxillary canine, this cuspid was exposed by means of a gingival flap and an orthodontic bracket was immediately fixed on the exposed canine, after which the gingival flap was repositioned using sutures. The patients were clinically and radiographically examined 3 months after the orthodontic treatment. In a control group consisting of 93 orthodontic patients, there were no cases of impacted permanent maxillary cuspids. The overall success rate for the treatment in the study group was 63%. Problems in adjacent teeth were correlated significantly with older age among the patients. There was a significant difference in the number of pockets around the teeth adjacent to the canines in the study group and in the control group.
Auteur(s) |
J.E. van Schijndel
J. de Lange E.M. Baas P.C. Broers |
---|---|
Rubriek | Onderzoek en wetenschap |
Publicatiedatum | 1 november 2010 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 117 - editie 11 - november 2010 ; 561-564 |
DOI | https://doi.org/10.5177/ntvt.2010.11.10123 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje