Het glazuur van kaasmolaren, ook wel aangeduid met de Engelse term ‘molar incisor hypomineralization’ (MIH), is extra kwetsbaar door een hoge mate van porositeit. Restauratieve behandeling met glasionomeercement is een veel toegepaste optie in de doorbraakfase en als tussenstap in afwachting van een definitieve restauratieve behandeling.
In een follow-uponderzoek werden de klinische resultaten van restauraties in kaasmolaren na 1 jaar geëvalueerd. Daartoe werden 21 kinderen (6-9 jaar) met 48 kaasmolaren geselecteerd uit een populatie met een prevalentie van kaasmolaren van 12,3%. De diagnose MIH vond plaats op basis van EAPD-criteria. Het betroffen kaasmolaren voorzien van een als onvoldoende beoordeelde atypische restauratie of met laesies al dan niet ontstaan als gevolg van cariës. De behandeling startte met 1 maand lang wekelijkse mondhygiëne-instructie, gecombineerd met de applicatie van fluoridevernis. De behandeling met glasionomeercement bleef beperkt tot weefselbesparende reparatie van de aanwezige restauraties (30,7%) of weefselbesparende restauratie van al dan niet carieuze laesies (69,3%). Vervolgens werden van de behandelde molaren silicone afdrukken en foto’s gemaakt. De resultaten werden blind beoordeeld door een gekalibreerde onderzoeker. De noodzaak tot reparatie werd gesteld op basis van WHO-criteria. Bij reparatie volgde uitsluiting van verder onderzoek.
Na een half jaar faalden 4 restauraties en na 1 jaar nog eens 6. Op basis van de foto’s en de gipsmodellen bleek dat bij 2 molaren uitsluitend verlies van restauratiemateriaal was opgetreden en bij 8 molaren dit gepaard ging met verlies van tandmateriaal. Uit de analyse volgde dat de kans op een onveranderde situatie na 1 jaar 78% is. Het resultaat werd negatief beïnvloed door uitgebreidheid (2 of meer gebitsvlakken) van de aantastingen (p < 0,05) en de ernst van de aantasting in combinatie met de aanwezigheid van cariës bij de aanvang van het onderzoek. De onderzoekers vermelden in de discussie dat kaasmolaren 10 maal zo vaak zijn aangewezen op restauratieve behandeling dan molaren zonder MIH. Niet vermeld werd in hoeverre de kwaliteit van de preventieve zorg daarbij een rol speelde.
Fragelli CM, de Souza JF, Jeremias F, Cordeiro Rde C, Santos-Pinto L. Molar incisor hypomineralization (MIH): conservative treatment management to restore affected teeth. Braz Oral Res 2015; 29. Pii: S1806-83242015000100271.
Auteur(s) | R.J.M. Gruythuysen |
---|---|
Rubriek | Excerpten |
Publicatiedatum | 5 februari 2016 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 123 - editie 2 - februari 2016; 106-107 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje