Sarcopenie wordt gedefinieerd als het verlies van spiermassa en fysieke functies tijdens veroudering. Gangbare meetinstrumenten zijn loopsnelheid, handknijpkracht en spiermassa. Naar aanleiding van een in het tijdschrift gepubliceerd onderzoeksartikel over dit onderwerp stelden 2 redacteuren dat er groeiend bewijs is voor samenhang tussen sarcopenie, kwetsbaarheid en mortaliteit.
Het onderzoeksartikel betreft 191 in België thuiswonende oudere mannen die 15 jaar werden gevolgd om te kunnen vaststellen of slechte scores op loopsnelheid, handknijpkracht en spiermassa mortaliteit kunnen voorspellen. Daarbij gebruikten zij drempelwaarden voor deze onderzoeksvariabelen waarvan is aangetoond dat kleinere waarden dan deze drempelwaarden een aanwijzing vormen voor kwetsbaarheid, mobiliteitsproblemen of mortaliteit. De uitkomsten waren dat spiermassa beneden de drempelwaarde een toegenomen risico op mortaliteit betekende van ongeveer 50%. Voor handknijpkracht werd geen statistisch significant effect gevonden. Het kleine aantal mannen dat bij het begin van het onderzoek op zowel handknijpkracht als spiermassa onder de drempelwaarde scoorde, bleek een 2,5 keer hoger risico op mortaliteit te hebben dan de overige mannen. Tevens werd een eenvoudige kwetsbaarheidindex als onderzoeksvariabele gebruikt, de index van de Study of Osteoporotic Fractures. Deze kent 3 criteria: gewichtsverlies, energieverlies en niet in staat tot 5 keer achter elkaar opstaan uit een stoel zonder gebruik te maken van de armen. Men is kwetsbaar als 2 criteria van toepassing zijn en prekwetsbaar als 1 criterium van toepassing is. Zowel de kwetsbare als prekwetsbare mannen hadden een verhoogd risico op mortaliteit. Door kwetsbaarheid en onvoldoende spiermassa (sarcopenie) te combineren in een regressiemodel, bleken beide onderzoeksvariabelen onafhankelijk gerelateerd aan mortaliteit.
Concluderend zijn sarcopenie en kwetsbaarheid deels overlappende geriatrische syndromen met beperkte fysieke functie als gemeenschappelijk symptoom. De samenhang van sarcopenie en kwetsbaarheid met mortaliteit biedt mogelijkheden om deze 2 geriatrische syndromen te gebruiken als indicator voor de doelmatigheid van behandelingen (toevoeging excerptenauteur: “ook orale behandelingen”). Met andere woorden: voor ouderen met gediagnosticeerde sarcopenie en kwetsbaarheid lijken niet op direct welzijn gerichte behandelingen weinig doelmatig.
Auteur(s) | C. de Baat |
---|---|
Rubriek | Excerpten |
Publicatiedatum | 9 juni 2017 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 124 - editie 6 - juni 2017; 343 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje