Een nadeel van eenstaps zelfetsende adhesieven (type 4) is dat de hechting aan het glazuur minder sterk is. Daarom wordt aanbevolen het glazuur selectief te etsen, voorafgaand aan de applicatie van het adhesief. Om dit nadeel te omzeilen zijn nu universele adhesieven ontwikkeld. Die kunnen op 2 manieren worden toegepast: met de totaal-etsmethode of zonder etsen in 1 enkele applicatie.
Een laboratoriumonderzoek had ten doel vast te stellen in hoeverre de hechtsterkte aan glazuur na toepassing van deze 2 applicatiemethoden verschil oplevert. Daarbij werden 3 universele adhesieven toegepast en een conventioneel zelfetsend eenstapsadhesief als controle (zie tab.). Uit geëxtraheerde molaren werden glazuurmonsters gezaagd en vlak geslepen. Een adhesief werd geappliceerd, al of niet na voorafgaand etsen. Een metalen ringetje werd op het glazuur geplaatst en gevuld met composiet, dat vervolgens werd gepolymeriseerd. De monsters werden 24 uur in water bewaard. Daarna volgde het bepalen van afschuifsterkte en een test om de materiaalmoeheid te meten.
Tabel. Afschuifsterkte van composiet, gehecht met 4 adhesieven (MPa ± sd).
De resultaten betreffende de afschuifsterkte zijn weergegeven in de tabel. De verschillen tussen wel en niet etsen waren significant, maar de verschillen tussen de adhesieven waren dat niet, met uitzondering van All-Bond Universal™ in de zelfetsmethode. De uitkomsten van de materiaalmoeheidstest stemden overeen met die van de afschuifsterkte.
De onderzoekers concluderen dat universele adhesieven moeten worden toegepast met de totaal-etsmethode of met selectief etsen van het glazuur.
Auteur(s) | Ch. Penning |
---|---|
Rubriek | Excerpten |
Publicatiedatum | 5 mei 2017 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 124 - editie 5 - mei 2017; 283 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje