Het Solitaire Mediane Maxillaire Centrale Incisief-syndroom is een zeldzame aandoening (prevalentie 1:50.000) waarbij als karakteristiek dentaal kenmerk slechts 1 centrale incisief in de bovenkaak aanwezig is, precies in de middellijn gelegen. Deze incisief is symmetrisch van vorm en manifesteert zich zowel in het melkgebit als in de blijvende dentitie. Het syndroom kan voorkomen als een milde vorm van het brede holoprosencefalie-spectrum, maar kan ook met andere kenmerken zijn geassocieerd. De pathogenese is nog grotendeels onbekend, maar vermoedelijk liggen vooral genetische oorzaken aan de basis van het syndroom. Vroegtijdige herkenning is van groot belang voor bevestiging van de diagnose, verder onderzoek, eventuele behandeling van geassocieerde afwijkingen en juiste erfelijkheidsadvisering. Tandartsen en orthodontisten kunnen hierbij een cruciale rol spelen en moeten daarom in staat zijn de klinische kenmerken van dit syndroom te herkennen en de patiënt op een juiste manier verwijzen voor verdere diagnostiek.
Solitary Median Maxillary Central Incisor syndrome is a rare condition (prevalence 1:50,000), with the characteristic dental feature of a solitary central incisor in the maxilla, positioned exactly in the midline. This single incisor is symmetrical and can be present in the deciduous as well as in the permanent dentition. The syndrome can occur as a mild form of the broad holoprosencephaly-spectrum, but can also be associated with other characteristics. The etiology is still largely unknown, but the syndrome is probably based especially on genetic causes. Early recognition of the syndrome is of great importance for establishing the diagnosis, for additional investigation, for possible treatment of associated anomalies and for the correct advice concerning the risk of inheritance of severe congenital birth defects, related to holoprosencephaly. Dentists and orthodontists can play an important role in this regard and should therefore be able to recognise the clinical features of this condition and know how to refer a patient for further diagnostic counselling.
Auteur(s) |
E. Scholtes
T. Kawamoto C.W. Ockeloen T. Kleefstra C.E.L. Carels |
---|---|
Rubriek | Onderzoek en wetenschap |
Publicatiedatum | 5 september 2014 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 121 - editie 9 - september 2014; 435-442 |
DOI | https://doi.org/10.5177/ntvt.2014.09.13260 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje