In de klinische praktijk lijkt met enig voorbehoud de prognose op de middellange termijn van zowel tand-implantaat- als implantaat-implantaatbruggen vergelijkbaar. Die stelling is vooral goed te onderbouwen voor tand-implantaatbruggen in vrijeindigende situaties, waarbij een implantaat met een gebitselement wordt verbonden. Uitgangspunten zijn een gezonde natuurlijke pijler, een overspanning die niet breder is dan 1 premolaar, een starre verbinding tussen het implantaat en het natuurlijke gebitselement en het gebruik van een sterk cement.
In clinical practice, the prognosis seems, with some reservations, to be comparable for tooth-implant and implant-implant supported bridges in the middle-long term. This conclusion seems particularly valid for tooth-implant bridges in free-end situations, where a single implant is connected with a tooth. Prerequisites are a healthy tooth abutment, a pontic length not exceeding the width of a bicuspid, a rigid connection between implant and tooth and the use of permanent cement.
Auteur(s) |
M.S. Cune
C. de Putter J.W. Verhoeven G.J. Meijer |
---|---|
Rubriek | Thema: Parodontologie |
Publicatiedatum | 1 november 2008 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 115 - editie 11 - november 2008 ; 613-619 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje