Er bestaat een grote variatie in het vermogen van tandartsen om cariësrisicopatiënten te identificeren op grond van wat ze zien en weten van de patiënt. Daarom is er behoefte aan objectieve methoden. Methoden die gebruikmaken van bacterietellingen en analyse van het speeksel zijn inferieur aan methoden die gebaseerd zijn op het recente cariësverleden van de patiënt. Er zijn twee beproefde modellen, Nexø en Dentoprog, die gebruikmaken van de gebitstoestand om cariësrisicokinderen te selecteren. De Nexø-methode geeft geen voorspelling van de hoeveelheid cariës die iemand zal krijgen, maar stelt de behandelaar wel in staat preventieve interventie meer specifiek te richten op patiënten die het nodig hebben. Het Dentoprog-model is nauwkeurig, maar kent maar één cariësrisicogrens, die echter voor de meeste behandelaars te laag is om mee te werken.
The ability of dentists to select caries risk patients on the basis of what they see and know, varies considerably. There is a need for objective methods. Methods using bacterial counts and salivary tests appeared to be inferior compared to methods based on the caries experience of the patient. There are two models, Nexø and Dentoprog, using the caries experience as caries predictor. The well documented Nexø method does not predict caries increment, but gives the provider a tool to target preventive intervention to those patients in need. The Dentoprog method is accurate, but has only one level of caries risk, which is considered by most providers as too low and thus unpractical.
Auteur(s) |
C. van Loveren
W.H. van Palenstein Helderman |
---|---|
Rubriek | Onderzoek en wetenschap |
Publicatiedatum | 1 november 2003 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 110 - editie 11 - november 2003 ; 435-438 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje