Eind vorig jaar verscheen een rapport over de mondgezondheid van zelfstandig wonende inwoners van Haarlem tussen de 60 en de 79 jaar (Kalsbeek et al, 1999). Het onderzoek was opgezet om een beeld te krijgen van de tandheelkundige mondgezondheid van ouderen in Nederland. Men onderscheidde drie groepen: ouderen met een eigen dentitie zonder uitneembare voorziening (ND-groep, 27% van het totaal), ouderen met een partiële prothese of een enkele volledige prothese in boven- of onderkaak en een eigen dentitie met of zonder partiële prothese in de tegenoverliggende kaak (PP-groep, 25% van het totaal), en ouderen met een volledige boven- en onderprothese (VP-groep, 48% van het totaal).