De geslaagde kloneringsexperimenten bij zoogdieren als schaap en muis hebben geleid tot speculaties over klinische toepassing bij de mens. Kloneren kan door kerntransplantatie en door embryosplitsing. Bij kerntransplantatie ontstaat geen genetisch volledig identiek individu omdat het mitochondriaal DNA afkomstig is van de eiceldonor. Embryosplitsing is op te vatten als het kunstmatig totstandbrengen van een eeneiige meerling. Toepassingsmogelijkheden van kloneren zijn er bij de mens in het kader van voortplanting (behandeling van paren met subfertiliteit, met genetische problemen of met een ‘replicamotief’), transplantatie van genetisch identiek weefsel, en wetenschappelijk onderzoek.
The successful cloning experiments in mammals such as the sheep and mouse prompted speculations on clinical application in humans. Cloning is possible by nucleus transplantation and by embryo splitting. Nucleus transplantation does not result in a genetically completely identical individual because the mitochondrial DNA originates from the ovum donor. Embryo splitting may be regarded as the artificial production of a monozygotic multiplet. Possible applications of cloning in humans belong in the context of reproduction (treatment of couples with subfertility, with genetic problems or with a ‘replica motive’), transplantation of genetically identical tissue, and scientific research.
Auteur(s) |
J.P.M. Geraedts
G.M.W.R. de Wert |
---|---|
Rubriek | Onderzoek en wetenschap |
Publicatiedatum | 1 april 2001 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 108 - editie 4 - april 2001 ; 145-150 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje