Cariës treft wereldwijd miljarden mensen en zorgt daarmee voor een significante impact op de kosten van de gezondheidszorg. Cariës in een vroeg, niet-gecaviteerd stadium is vaak nog non-invasief te behandelen. Diepere laesies worden restauratief behandeld en komen zo in een restauratiecyclus terecht. Belangrijk is het om de niet-gecaviteerde laesies tijdig op te sporen. Het gebruik van bitewingopnamen is hiervoor noodzakelijk, maar heeft ook een keerzijde als het gaat om vals-positieve en vals-negatieve uitkomsten. Artificiële intelligentie (AI) wordt voorgesteld om de gelimiteerde betrouwbaarheid en validiteit van de tandheelkundige beeldanalyse te verbeteren. Het doel van dit onderzoek was het vergelijken van de kosteneffectiviteit van approximale cariësdetectie op bitewingopnamen met en zonder hulp van AI.

Hierbij werd gebruik gemaakt van U-Net, een neuraal netwerk, dat uitgebreid is gebruikt voor training, validatie en uitvoering door 4 ervaren tandartsen. Laesies werden onderverdeeld in 3 stadia van non-cavitatie en 2 van veronderstelde cavitatie. De uitkomst maat was het behoud van het gebitselement in jaren. Het gebruik van AI resulteerde in een accuraatheid van 0,80; de score van de tandartsen was significant lager: 0,71. AI was sensitiever in het opsporen van laesies dan tandartsen (0,75 versus 0,36; p = 0,006), terwijl de specificiteit niet lager was (0,83 versus 0,91; p > 0,05). Het gebruik van AI leverde meer tandjaren op en was minder kostbaar dan beoordeling zonder. De kosteneffectiviteitsratio was -€ 13,90 per jaar, hetgeen betekent dat AI kosten bespaarde bij een hogere effectiviteit van de beslissing.

Conclusie. Het gebruik van AI bij cariësdetectie is kosteneffectief, vooral omdat meer laesies worden gevonden. Maar deze kosteneffectiviteit wordt alleen werkelijkheid als tandartsen vroege, niet gecaviteerde laesies niet-restauratief behandelen.

Bron

Schwendicke F, Rossi JG , Göstemeyer G, et al. Cost-effectiveness of artificial intelligence for proximal caries detection. J Dent Res 2021; 100: 369–376.