× ABONNEREN

Minimaal invasieve behandeling van primaire carieuze laesies: passen tandartsen dit concept toe?

Cariologie

Door op 05-04-2019

De laatste 50 jaar is de behandeling van gecaviteerde dentinelaesies veranderd. Was in het begin van die periode het ‘extension for prevention’ concept richtinggevend, sinds het begin van de jaren 1990 is het vervangen door technieken die zijn gestoeld op het minimaal invasieve interventie–concept: er wordt pas geïntervenieerd indien er daadwerkelijk een duidelijk zichtbare gecaviteerde dentinelaesie is gediagnosticeerd. De caviteitspreparatie wordt beperkt tot de plaats waar de caviteit zich bevindt. Doel van het onderhavige onderzoek was na te gaan of tandartsen dit nieuwe concept uitvoerden en welke restauratiematerialen ze gebruikten. Het artikel doet verslag van een onderzoek naar het uitvoeren van de doelstellingen in Nederland en een vergelijkend onderzoek ernaar in 13 landen.

De onderzoekers gebruikten een overzicht waarin verschillende voortschrijdende stadia van carieuze laesies, een voor het occlusale en een voor het approximale vlak, waren afgezet tegen klinische beelden van gebitselementen met een carieuze laesie. Kenmerken van de laesie en klachten van de patiënt werden verstrekt.

Het eerste onderzoek betrof de Nederlandse situatie in 2015. Door het aankruisen van de gekozen combinatie in de kruistabel konden de 254 deelnemende tandartsen, van wie 65,7% man was met een gemiddelde leeftijd van 46,7 jaar, hun keuze aangeven. De meeste tandartsen (79,9% voor laesies in het occlusale vlak en 60,6% voor laesies in het approximale vlak) gaven aan dat ze intervenieerden indien de laesie het buitenste 1/3 deel van het dentine had bereikt. Van hen zou 20,5% in het approximale vlak al gaan boren indien de laesie de glazuur-dentinegrens nog niet had bereikt. Voor het behandelen van caviteiten in het occlusale vlak gaf 24,4% aan nog het extension for prevention-concept toe te passen. De saucer-shape-preparatie had de voorkeur (59,1%) voor het behandelen van dentinelaesies in het approximale vlak. Composiet werd het meest als restauratiemiddel gebruikt en amalgaam niet meer. In het tweede, vergelijkend onderzoek werd een grote verscheidenheid waargenomen in het gekozen stadium van operatief te gaan interveniëren bij een primaire carieuze laesie. Tandartsen uit 4 landen deden dit pas als er een duidelijke caviteit zichtbaar was terwijl tandartsen uit de andere 7 landen meestal met interveniëren begonnen voordat de laesie het buitenste 1/3 van het dentine had bereikt.

Conclusie. Er is een grote variatie in het stadium wanneer operatief interveniëren bij een primaire carieuze laesie wordt aangevangen. Vergeleken met de kenmerken waarop interveniëren volgens het minimale invasieve interventieconcept zou moeten plaatsvinden doen tandartsen uit de onderzochte landen dit in een te vroeg stadium van de carieuze laesie. Amalgaam werd bijna niet meer gebruikt.

Bron

Laske M, Opdam NJM, Bronkhorst EM et al. Minimally invasive intervention for primary caries lesions: are dentists implementing this concept? Caries Res 2018; 53: 204-216.

Winkelmandje

Er zitten geen programma's in het winkelmandje