In Duitsland, evenals in de meeste westerse landen, is de prevalentie van cariës onder kinderen en jongvolwassenen de afgelopen decennia significant teruggelopen. Echter, deze teruggang is gepolariseerd, want ongeveer 30% van deze jeugdige populatie ervaart het grootste deel van het tandbederf en de noodzakelijke behandelingen. Niet alle deelgroepen in de populatie profiteren dus evenveel van de preventieve maatregelen. Het doel van dit onderzoek was de evaluatie van een anderhalf jaar durend mondgezondheidsprogramma op basisscholen.
Van 18 basisscholen werden 740 leerlingen tussen de 9 en 12 jaar gerekruteerd, waarvan 48% meisjes, en onderverdeeld in een experimentele en een controlegroep. Leraren werkzaam op de experimentele scholen kregen onderricht in algemene gezondheid en mondgezondheid. Deze informatie brachten zij over op hun leerlingen. Op de controlescholen werd geen informatie over gezondheidszorg verstrekt. Medisch en tandheelkundig onderzoek en het afnemen van vragenlijsten werden gedaan aan het begin van het onderzoek en bij de follow-up.
Gedurende de follow-upperiode nam de hoeveelheid cariës significant toe, waarbij de kinderen op de controlescholen 35% meer risico daarop hadden. Echter, de sociaaleconomische factoren van de ouders speelden een belangrijke rol. Een hoger sociaaleconomische status werd in de experimentele groep geassocieerd met 94% reductie in de cariësincidentie.
Conclusie. Het programma was effectief in het verbeteren van de mondgezondheid bij kinderen met een hogere sociaaleconomische status. Geen preventief effect werd gevonden bij kinderen uit gezinnen met een lagere sociaaleconomische status.
Auteur(s) | J.H.G. Poorterman |
---|---|
Rubriek | Excerpten |
Publicatiedatum | 8 februari 2019 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 126 - editie 02 - februari 2019; 110 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje