De niet-carieuze cervicale laesie krijgt veel meer aandacht. Vroegdiagnostiek ontbreekt, maar als de laesie er eenmaal is gaat het boek helemaal los over het ontstaan, stress, fiction en biocorrosie, klinische analyse, diagnose en behandeling. Men haalt alles uit de kast. Zo staat er “full mouth radiographic analysis and comprehensive oral examination are the basis tools for establishing an etiological differential diagnosis for cervical dental hypersensitivity and non-carious lesions”. Niet duidelijk is echter wat op de röntgenafbeeldingen moet worden gezien om de betreffende patiënt te helpen. Hier en daar lijken de onderwerpen wat overtrokken, maar op zich is er niets mis.
De hoofdstukken over de behandelingen geven een goed beeld van wat wel en niet mogelijk is. Wat betreft de niet-restauratieve behandelingen worden de mogelijkheden besproken van occlusale correcties, chemische preparaten en lasers om vooral dentinegevoeligheid te behandelen. Bij de restauratieve behandelingen gaat de voorkeur duidelijk uit naar restauratie met composieten, directe, direct-indirecte en indirecte restauraties. Over glasionomeercementen wordt weinig geschreven omdat “poor esthetics and low wear resistance” de toepasbaarheid beperken. In hoofdstuk 10 worden de mogelijkheden beschreven om de blootliggende tandhals weer met gingiva te bedekken. Ook dit hoofdstuk is voorzien van mooi klinisch beeld. Helaas niet duidelijk genoeg om vertrouwen te krijgen om zelf het mes ter hand te nemen.
Meer lezen? Log in of word abonnee
Auteur(s) | C. van Loveren |
---|---|
Rubriek | Media |
Publicatiedatum | 6 september 2019 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 126 - editie 9 - september 2019; 469 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje