De naamaanduiding voor het behandelen van een carieuze glazuur- en dentinelaesie is de laatste decennia veranderd in respectievelijk niet-restauratief of niet- en micro-invasieve behandeling. Het doel van het onderhavige onderzoek was om bewijs te vergaren voor niet-restauratieve behandeling voor 2 einddoelen. Dit waren: het stoppen of omkeren van (niet-)gecaviteerde carieuze laesies in tijdelijke en blijvende gebitselementen en het opsporen van bijwerkingen.
In 4 literatuurbestanden werden vergelijkingsonderzoeken tussen 2 of meer niet-restauratieve behandelingen met geen behandeling als de controlegroep, systematisch opgespoord, door onderzoekers uit de Verenigde Staten onafhankelijk beoordeeld en de sterkte van bewijs via de GRADE-methode vastgesteld. Dit leverde 48 onderzoeken, 7.378 individuen en 22 typen behandelingen op.
Vergeleken met geen behandeling was de combinatie van een verzegeling en 5% NaF-vernis het meest effectief in niet-gecaviteerde carieuze laesies in het occlusale vlak van tijdelijke en blijvende gebitselementen (lage mate van zekerheid); was de combinatie van kunststof infiltratie en 5% NaF-vernis waarschijnlijk het meest effectief in niet-gecaviteerde carieuze laesies in het approximale vlak van tijdelijke en blijvende gebitselementen (lage mate van zekerheid); was 5% NaF-vernis waarschijnlijk het meest effectief in niet-gecaviteerde carieuze laesies in de gladde vlakken (lage tot gemiddelde mate van zekerheid) van tijdelijke en blijvende gebitselementen en was 1,1% NaF tandpasta of gel waarschijnlijk het meest effectief in (niet-) en gecaviteerde carieuze laesies op worteloppervlakken in blijvende gebits–elementen (lage mate van zekerheid). De meest effectieve behandeling van gecaviteerde carieuze laesies in de kroonvlakken van tijdelijke gebitselementen was het 2 keer per jaar aanbrengen van 38% zilverdiaminefluoride (gemiddeld tot hoge mate van zekerheid).
De meeste onderzoeken duurden niet langer dan 1 jaar. Voor niet-gecaviteerde carieuze laesies in het approximale vlak en voor gecaviteerde carieuze laesies in de kroonvlakken waren onderzoeken van 1-3 jaar beschikbaar. Bijwerkingen zoals zwarte verkleuring en pijn van/aan gebitselementen en tandvlees, zwelling en witte verkleuring van het tandvlees en een bittere smaak werden in 4 onderzoeken gemeld.
Conclusie. Het voorkómen van het ontstaan van een carieuze laesie is de ultime doel van de behandeling van tandcariës. Echter, indien de ziekte aanwezig is, zijn er een aantal effectieve niet-restauratieve behandelingen voorhanden om de ziekte te bestrijden.
Urquhart O, Tampi MP, Pilcher L, et al. Nonrestorative Treatments for Caries: Systematic Review and Network Meta-analysis. J Dent Res 2019; 98: 14-26.
Auteur(s) | J.E.F.M. Frencken |
---|---|
Rubriek | Excerpten |
Publicatiedatum | 7 juni 2019 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 126 - editie 6 - juni 2019; 343 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje