Naar schatting heeft 1 op de 1.000 lokale anesthesie-injecties in de onder- of bovenkaak een ongewenst effect op het oog. Zo werd bij een casus waargenomen dat een patiënt last kreeg van dubbelzien en uitval van een oogspier na bimaxillaire anesthesie. Een systematisch literatuuronderzoek naar beschrijvingen van dit type bijwerkingen resulteerde in 144 gedocumenteerde casus, gepubliceerd tussen 1936 en 2016. De meest frequent gerapporteerde symptomen waren: dubbelzien (72%), oogbewegingsstoornissen (26%), een hangend ooglid (22%), een vergrote pupil (18%), verlies van het zicht (13%) en een pijnlijk oog (12%). Dit type complicatie kan het best worden verklaard door pathofysiologische hypothesen betreffende intra-arteriële injectie, intraveneuze injectie, autonome disregulatie of diepe injectie en diffusie. Indien oculaire symptomen optreden na lokale anesthesie, dient de patiënt te worden gerustgesteld. Bij dubbelzien dient het oog met een gaasje te worden afgedekt en de patiënt te worden geïnstrueerd over de veiligheidsrisico’s. Indien de symptomen lang aanhouden of wanneer het zicht achteruitgaat, is het raadzaam naar een oogarts te verwijzen.
An estimated 1 in 1,000 local anaesthetic injections in the maxilla or the mandible lead to unwanted effects on the ipsilateral eye. We have seen a case with diplopia and lateral rectus palsy following bimaxillary anaesthesia. A systematic literature review of reports on this type of complication resulted in a total of 144 documented cases published between 1936 and 2016. The most frequently reported symptoms included diplopia (72%), partial or full ophthalmoplegia (26%), ptosis (22%), mydriasis (18%), amaurosis (13%) and orbital pain (12%). This type of complication is best understood by pathophysiological hypotheses that include intra-arterial injection, intravenous injection, autonomic dysregulation, or deep injection and diffusion. If ocular symptoms appear after local intraoral anaesthesia, the patient should be reassured. In the case of diplopia, the eye should be covered with a gauze dressing, and the patient should be instructed about associated safety risks. If symptoms persist or when vision deteriorates, referral to an ophthalmologist is advisable.
Auteur(s) |
S.A. Steenen
L. Dubois J. de Lange |
---|---|
Rubriek | Onderzoek en wetenschap |
Publicatiedatum | 3 maart 2017 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 124 - editie 3 - maart 2017; 149-153 |
DOI | https://doi.org/10.5177/ntvt.2017.03.16186 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje