× ABONNEREN

Orthodontie in de algemene tandartspraktijk 2. Behandeling van eruptieproblemen

Sinds de introductie van composieten in de tandheelkunde en daaropvolgend het bevestigen van orthodontische buttons en brackets met composiet, zijn de mogelijkheden om geïmpacteerde gebitselementen in de tandboog te reguleren sterk verbeterd. Er zijn 4 belangrijke technieken. De gesloten-eruptietechniek, waarbij een behandelaar het geïmpacteerde gebitselement van een bracket en een ligatuur voorziet, heeft als nadeel dat geruime tijd op een niet-zichtbaar gebitselement een niet-controleerbare beweging wordt uitgeoefend. Met de open-eruptietechniek wordt het geïmpacteerde gebitselement zichtbaar gemaakt zodat het spontaan kan erupteren. Nadeel is dat hierbij een kans op het ontstaan van een gingivaprobleem bestaat. De open-eruptietechniek met een naar apicaal geplaatste mucosaflap wordt alleen toegepast bij buccaal hoogliggende geïmpacteerde gebitselementen. Deze techniek resulteert vaak in een atypische, onesthetische cervicale aangehechte gingiva. Bij de gemodificeerde venstertechniek gaat men aan de slag met een reeds zichtbaar gebitselement dat in de fase van eruptie verkeert. Het deel van de geïmpacteerde gebitselementen dat uiteindelijk succesvol in de tandboog kan worden gereguleerd, varieert voor de 4 technieken van 75 tot 99%. In de literatuur is nog geen wetenschappelijke onderbouwing te vinden ten faveure van een van de genoemde technieken. Welke techniek ook wordt toegepast, het stellen van de juiste diagnose en het tijdig verwijzen ligt altijd in handen van een algemeen practicus. Algemeen practici spelen hierin dus een cruciale rol.

Winkelmandje

Er zitten geen programma's in het winkelmandje