In de jaren ’90 van de vorige eeuw werd een vrouw van 31 jaar met ernstige temporomandibulaire disfunctie en een skelettale malocclusie orthodontisch- chirurgisch behandeld. Het skelettale patroon (steile onderkaak) en de degenererende capita mandibulae werden gezien als risico voor relaps en verdere degeneratie. Toch rechtvaardigde de ernst van de malocclusie de behandeling. Het doel van de behandeling was een stabiele occlusie en een goede articulatie te creëren om de disfunctie te elimineren en eventueel later een behandeling met een stabilisatieopbeetplaat mogelijk te maken. In de jaren ’90 was dit een ‘state of the art’-behandeling. De temporomandibulaire disfunctieklachten verdwenen met de correctie van de schaarbeet van het gebitselement 27. Chirurgie bracht het aangezicht en de occlusie verder in harmonie. Eén onderincisief pastte in het geheel.
Late in the last decade of the previous century, an orthodontic-surgical treatment was elected for a 31-years-old woman, who had severe malocclusion and temporomandibular complaints. The skeletal pattern (high angled mandibula) and degenerating joints were considered risk factors for relapse and condylar lysis. Nevertheless, the severity of the malocclusion justified the treatment. The goal was a stable occlusion and the creation of a smooth articulation to eliminate dysfunction and facilitate later temporomandibular joint treatment with splints if necessary. In the 1990s this was consideredstate of the art treatment. Eliminating the scissors bite of 27 seemed instrumental in the eliminination of the symptoms. Surgery brought the face and the occlusion further in harmony. The final occlusion features only one lower incisor.
Auteur(s) | H. van Beek |
---|---|
Rubriek | Casuïstiek |
Publicatiedatum | 1 mei 2011 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 118 - editie 5 - mei 2011 ; 261-265 |
DOI | https://doi.org/10.5177/ntvt.2011.05.10238 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje