Er zijn verschillende opties voor het restaureren van endodontisch behandelde elementen met weinig resterend tandweefsel. Het doel van dit onderzoek was de 5-jaars overleving van glasvezelstiften te vergelijken met verschillende gegoten stiftopbouwen voor het restaureren van endodontisch behandelde elementen.

Allereerst is de hoeveelheid resterend tandweefsel beoordeeld. Indien er ten minste 2 dentinewallen van ten minste 2 mm dik en wijde pulpakamers aanwezig waren, is er gerandomiseerd behandeld met een prefab goud-legering stift met gegoten metalen kern (controlegroep) of een directe composietopbouw (testgroep 3). De directe composietopbouw werd uitsluitend bij (pre)molaren uitgevoerd, waarbij het element vanuit de pulpakamer werd opgebouwd.

Indien er onvoldoende resterend tandweefsel aanwezig was, werd de ingang van het wortelkanaal beoordeeld. Bij een smal wortelkanaal (de omtrek van de 1,4 mm prefab glasvezelstift maakte meer dan 180 graden contact met het wortelkanaal) werd gekozen voor een prefab glasvezelstift (testgroep 1). Bij een wijd wortelkanaal werd gebruik gemaakt van een op maat gemaakte glasvezelstift (testgroep 2).

Alle stiftsystemen zijn gecementeerd met hetzelfde adhesief en de stompen werden opgebouwd met hetzelfde bondingsysteem en composiet. De elementen zijn gerestaureerd met volledig keramische Al2O3 solitaire kronen en gecementeerd met hetzelfde adhesief als de stiften. Er werden 143 patiënten met 203 restauraties op endodontisch behandelde elementen geïncludeerd. Indicatie voor extractie werd beschouwd als absoluut falen, herstelbare schade als relatief falen. Succes werd gedefinieerd als de afwezigheid van absoluut en relatief falen, overleving werd gedefinieerd als de afwezigheid van absoluut falen.

De 5-jaars succespercentages varieerden van 81,6% voor groep 1 tot 87,8% voor groep 2. De 5-jaars overlevingspercentages varieerden van 91,2% voor de controlegroep tot 92,1% voor groep 2. Er zijn geen significante verschillen gevonden tussen de 4 aparte groepen voor wat betreft succes of overleving. Er was geen significant verschil gevonden in absoluut falen tussen anterieure en posterieure elementen, maar wel in relatief falen (17% om 7%). Meest voorkomende vorm van falen was het loskomen van de stiftopbouw. Conclusie: Er werden geen relevante verschillen in 5-jaarsoverleving waargenomen tussen endodontisch behandelde gebitselementen die werden opgebouwd met glasvezelstiften en verschillende gegoten stiftopbouwen, wanneer toegepast volgens de indicatiecriteria in dit onderzoek.

Bron

Cloet E, Debels E, Naert I. Controlled clinical trial on the outcome of glass fiber composite cores versus wrought posts and cast cores for the restoration of endodontically treated teeth: a 5-year follow-up study. Int J Prosthodont 2017; 30: 71-79.