De traditionele methoden van huidkleurbepaling ten behoeve van een aangezichtsprothese zijn niet toereikend. In 1982 verscheen het proefschrift ‘Skin colour and facial prosthetics, a colorimetric study’. Het met behulp van een subtractiecolorimeter uitgevoerde onderzoek leidde tot de volgende 3 conclusies. Huidkleurbepaling in het kader van de vervaardiging van een aangezichtsprothese dient zo dicht mogelijk bij het defect plaats te vinden. Veranderingen in huidkleur worden zowel door verstrooiing van het licht in de huid als door huidpigmenten bepaald. Bij patiënten met een aangezichtsdefect die aanvullend radiotherapie krijgen, verandert de huidkleur aanzienlijk tot gemiddeld 13 tot 14 weken na het einde van de radiotherapie en blijft daarna stabiel. Na de verschijning van het proefschrift werd in ander onderzoek vastgesteld dat de verstrooiing van licht in de huid, die een maat is voor de translucentie van de huid, met een fiberoptische verstrooiingsmeter kan worden bepaald. Met behulp hiervan kan een zogenaamd kleurrecept worden gemaakt dat via berekeningen de hoeveelheid benodigde verstrooiers en pigmenten aangeeft om tot de juiste translucentie en kleur van een aangezichtsprothese te komen. Inmiddels wordt voor hetzelfde doel een volumereflectometer met een smalle lichtbundel toegepast.
The traditional ‘trial and error’ methods for skin colour recording are not satisfactory. In 1982 a dissertation was published, titled ‘Skin colour and facial prosthetics, a colorimetric study’. The dissertation was concerned with a clinical study of skin colour recording objectively in a random sample of 100 people, using subtraction colorimetry. Subsequently, facial prostheses were fabricated for a group of patients with a facial defect who had to undergo radiotherapy. From the results of the study the 3 following conclusions were drawn. Skin colour recording for producing a facial prosthesis need to be carried as close to the facial defect as possible. Alterations of skin colour are determined by light scattering in the skin as well as skin pigments. In patients with facial defects who have to undergo adjuvant radiotherapy, skin colour alterations are present until on average 13-14 weeks after completion of the radiotherapy and from that time point the skin colour remains rather stable. After publication of the dissertation, other research results demonstrated that light scattering in the skin, a sign of skin translucency, may be determined with a fiberoptic scattering meter (volume reflectometer). Using the fiberoptic scattering meter, a colour formula can be made, which by calculation shows the amount of pigments and scattering objects needed to produce the correct translucency and colour of a facial prosthesis. Currently, a small beam reflectometer is used for this purpose.
Auteur(s) | R.P. van Oort |
---|---|
Rubriek | Onderzoek en wetenschap |
Publicatiedatum | 1 maart 2008 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 115 - editie 3 - maart 2008 ; 145-148 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje