Experimenten met muizen en ratten lieten zien dat na iatrogene vermindering van hun kauwfunctie de neurogenese in de hippocampus, het onderdeel van de hersenen dat een belangrijke leer- en geheugenfunctie heeft, afnam. Dit was waarschijnlijk het gevolg van de chronische psychische spanning die hun verminderde kauwfunctie veroorzaakte. Met andere dierexperimenten is aangetoond dat de neurogenese in de hippocampus mede wordt aangestuurd door omgevingsstimuli. De experimenthypothese was dat bij oude muizen een verbeterde leefomgeving het door extractie van molaren geïnduceerde geheugenverlies compenseert.
Voor het experiment werden 80 muizen gebruikt van een soort dat versneld veroudert en ongeveer 1 jaar leeft. Op de leeftijd van 8 maanden werden ze verdeeld in 4 groepen: met en zonder molaren en in standaard of verbeterde leefomgeving. Ze werden allemaal identiek onder algehele anesthesie gebracht en bij 20 werden de maxillaire molaren geëxtraheerd. De verbeterde leefomgeving bestond uit een 2 keer grotere kooi met een looprad en looptunnels in verschillende kleuren en vormen. De positionering van deze apparatuur werd dagelijks willekeurig gewijzigd. Na 3 weken werden voor een test van het ruimtelijke geheugen alle muizen 7 dagen lang, 4 keer per dag afzonderlijk in een labyrintvormig waterbad geplaatst dat vlak onder het wateroppervlak op 4 plaatsen een platform had waarop ze konden staan. Als ze niet binnen 90 seconden een platform hadden bereikt, werden ze door een onderzoeker handmatig erheen geleid. Telkens werd gemeten hoelang een muis nodig had om een platform te bereiken. Na het experiment werd histochemisch onderzoek aan de verwijderde hersenen verricht.
De muizen zonder maxillaire molaren hadden statistisch significant minder proteïnen en geprolifereerde en nieuwe neuronen in de hippocampus en presteerden statistisch significant minder op de geheugentest dan de muizen met maxillaire molaren. Bij de muizen zonder maxillaire molaren in verbeterde leefomgeving waren deze waarden gunstiger dan bij de muizen in standaard leefomgeving, maar deze verschillen waren niet statistisch significant.
Deze resultaten zijn een indicatie voor een gunstig effect van een verbeterde leefomgeving op het geheugenverlies door verminderde kauwfunctie.
Auteur(s) | C. de Baat |
---|---|
Rubriek | Excerpten |
Publicatiedatum | 4 november 2016 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 123 - editie 11 - november 2016; 561 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje