Iatrogene perforaties vanuit de pulpaholte naar het parodontium leiden dikwijls tot complicaties die extractie van wortel of element noodzakelijk maken. Opsporing ervan is mogelijk via de directe waarneming van een bloeding, röntgenfoto’s, het gebruik van papierstiften en een elektrische lengtebepaling. Het succes van de behandeling hangt er voornamelijk vanaf of de perforatie onmiddellijk kan worden gesloten en infectie wordt voorkomen. Diverse factoren zijn hierop van invloed, zoals het moment waarop de perforatie tijdens de behandeling plaatsvindt, de omvang en de locatie van de laesie, alsmede in hoeverre het restauratiemateriaal de perforatie afsluit. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de diagnose, de prognose en de niet-chirurgische behandeling van perforaties bij een wortelkanaalbehandeling.
Iatrogenic perforations from the pulp cavity towards the periodontium result in complications that often lead to root or tooth removal. Identification of perforations is possible by direct observation of bleeding, indirect bleeding assessment using paperpoints, radiography and an apex locator. Successful treatment depends mainly on immediate sealing and prevention of infection. Several factors affect the achievement of these goals, such as time of occurrence, size and location of the perforation and the lability of the repair material to seal the lesion. An overview is presented of diagnosis, prognosis and non-surgical treatment of perforations.
Auteur(s) |
P.R. Wesselink
W.J. van Driel |
---|---|
Rubriek | Onderzoek en wetenschap |
Publicatiedatum | 1 april 2001 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 108 - editie 4 - april 2001 ; 130-135 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje