Een overzicht wordt gegeven van langetermijnincidenties van sensibiliteitsstoornissen in het verzorgingsgebied van de n.trigeminus bij verschillende vormen van trauma en/of behandeling. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de diagnostiek, het klinisch beloop en mogelijke vormen van therapie. Bij de diagnostiek draagt een combinatie van factoren ertoe bij dat de uitkomst van een sensibiliteitstest niet altijd eenduidig is gerelateerd met de mate van zenuwletsel. Testmethoden verschillen in het type van afferente zenuwvezels dat wordt onderzocht. Verder kan er sprake zijn van een zekere specificiteit in het zenuwletsel, dat wil zeggen dat voornamelijk hetzij dikke of dunne vezels zijn aangedaan. Voor een eerste oriëntatie naar trigeminaal zenuwletsel is een ‘sneltest’ geschikt waarbij op een ja/nee-wijze twee sensorische modaliteiten worden onderzocht die samenhangen met de functie van respectievelijk dikke en dunne afferente zenuwvezels. Een ‘watje’ en een ‘naald’ kunnen worden gebruikt om respectievelijk gevoelswaarneming en pijnwaarneming te onderzoeken. Nadelen van zo’n sneltest zijn onder meer de weinig gestandaardiseerde wijze van stimulatie en de mogelijkheid dat de patiënt ten onrechte positief reageert. Een verbeterde versie omvat het gebruik van één Semmes-Weinstein-monofilament (tastzin) en een metalen staafje (temperatuurszin) en een ‘forced choice-procedure’, waarbij de patiënt onderscheid maakt tussen een test- en een nepstimulus.
A review is given about long-term incidence of sensory disturbance in the areas of innervation of the n. trigeminus for different types of trauma and/or treatment. Diagnosis, clinical course and possible types of treatment are in addition reviewed. Regarding diagnosis, the outcome of a test on sensory function is not always related to the degree of nerve damage because methods differ in the type of afferent nerve fibers of which function is tested, and some specifity might occur in nerve damage, i.e. either thick or thin afferent fibers might be predomantly affected at a particular time. An initial quick testing of sensory function is recommended. This testing includes examining two sensory modalities, which are related to functioning of thick and thin afferent fibers respectively and which have a dichotomous yes/no outcome on the incidence of a pronounced sensory disturbance.
Auteur(s) |
J.P.M. Vriens
H.W. van der Glas R. Koole |
---|---|
Rubriek | Onderzoek en wetenschap |
Publicatiedatum | 1 maart 2002 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 109 - editie 3 - maart 2002 ; 095-99 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje