De herziene standaard ‘Bacteriële huidinfecties’ van het Nederlands Huisartsen Genootschap komt in de plaats van de standaard uit 1998. De meeste bacteriële huidinfecties kunnen worden gediagnosticeerd op basis van de anamnese en de klinische bevindingen. Huidkweken en serologisch onderzoek (bijvoorbeeld bij erythema migrans) zijn niet nodig. Een uitzondering wordt gemaakt voor patiënten met een bacteriële huidinfectie en een grote kans op betrokkenheid van meticillineresistente Staphylococcus aureus (MRSA) en als nasale behandeling is geïndiceerd bij een patiënt met recidiverende furunculose. Een oppervlakkige huidinfectie kan lokaal worden behandeld. Bij een diepe huidinfectie zijn orale antibiotica aanbevolen of chirurgische interventie. Na een tekenbeet wordt antibiotische profylaxe niet aanbevolen. Erysipelas wordt beschouwd als een specifieke vorm van cellulitis en ook als zodanig behandeld.
The revised practice guideline ‘Bacterial skin infections’ developed by the Dutch College of General Practitioners replaces the previous practice guideline from 1998. Most bacterial skin infections can be diagnosed based on the patient history and clinical findings. Skin cultures and serologic analysis (in the case of erythema migrans) are not necessary. Exceptions are made for patients with bacterial skin infection and a high risk of MRSA involvement, or if nasal treatment is indicated for patients with recurring furunculosis. A superficial skin infection can be treated with local therapy. In case of a deep skin infection, oral antibiotics or surgical intervention is recommended. Antibiotic prophylaxis after a tick bite is not recommended. Erysipelas is considered a specific type of cellulitis and is treated as such.
Auteur(s) |
L.W. Draijer
S. Koning G. Wielink F.S. Boukes A.N. Goudzwaard |
---|---|
Rubriek | Medisch |
Publicatiedatum | 1 augustus 2009 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 0 - editie - augustus 2009; 433-439 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje