Angio-oedeem ontstaat door toegenomen dilatatie en permeabiliteit van arteriën, resulterend in effusie van vocht. Bij angio-oedeem wordt onderscheid gemaakt tussen erfelijk en verworven angio-oedeem en deze typen hebben 3 respectievelijk 4 subtypen. Groepen medicamenten die angio-oedeem kunnen induceren zijn onder andere ACE-remmers, angiotensinereceptorblokkers, dipeptidylpeptidase-4-remmers, trombolytica en immunosuppressiva. Urticaria wordt gekenmerkt door rode, licht verheven zwellingen die meestal gepaard gaan met hevige jeuk en kan worden onderverdeeld in een acuut en een chronisch type. Mestcellen in de buitenste huid- of slijmvlieslaag geven veel histamine af en daardoor wordt de permeabiliteit en de dilatatie van haarvaten gestimuleerd en vindt effusie van vocht plaats. Medicamenten die urticaria kunnen induceren, behoren onder andere tot de volgende groepen: analgetica, anesthetica, antibiotica, antidepressiva, antihistaminica, antihypertensiva, antimycotica, corticosteroïden, H2-antagonisten, oncolytica, spierrelaxantia, trombocytenaggregatieremmers en vaccins. Medische anamnese en attentie bij het toedienen en voorschrijven van anesthetica, analgetica en antibiotica zijn van groot belang ter preventie of behandeling van angio-oedeem en/of urticaria.
Angioedema stems from increased vasodilation and vascular permeability, resulting in extravasation of fluid. Hereditary and acquired types of angioedema can be distinguished, with 3 and 4 subtypes, respectively. Groups of medicaments potentially inducing angioedema are, among others: ACE inhibitors, angiotensin II receptor blockers, dipeptidyl peptidase-4 inhibitors, thrombocyte aggregation inhibitors and immunosuppressive agents. Urticaria is characterised by red, slightly raised swellings, usually associated with a strong itching sensation and can be subdivided in an acute and a chronic type. Mast cells in the uppermost layer of the skin or the mucous membranes release a lot of histamine, increasing the dilation and permeability of blood capillaries, resulting in extravasation of fluid. Medicaments potentially inducing urticaria are, among others, the following groups: analgesics, anaesthetics, antibiotics, antidepressants, antihistamines, antihypertensives, antifungals, corticosteroids, H2 blockers, cancer medicaments, muscle relaxants, thrombocyte aggregation inhibitors and vaccines. Medical history and being alert when administering and prescribing anaesthetics, analgesics and antibiotics are very important in the prevention or treatment of angioedema and/or urticaria.
Auteur(s) |
C. de Baat
P.G.M.A. Zweers F.R. Rozema M.C. Bolling A. Vissink |
---|---|
Rubriek | Serie: Medicamenten en mondzorg |
Publicatiedatum | 6 mei 2021 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 128 - editie 5 - mei 2021; 269-276 |
DOI | https://doi.org/10.5177/ntvt.2021.05.20098 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje