Een gestoorde stolling leidt tot een verhoogd risico van bloedingen bij invasieve tandheelkundige ingrepen. Hierbij maakt het in principe niet uit of de stollingsstoornis het gevolg is van een aangeboren of verworven afwijking in het stollingsysteem of het gebruik van antistollingsmiddelen.Wel is de aard van de stollingsstoornis van invloed op te nemen preventieve maatregelen. De laatste jaren is het inzicht in de werking van de bloedstolling belangrijk toegenomen.Dit heeft het mogelijk gemaakt om met specifieke interventies de stollingsstatus te verbeteren: het effect van antistolling kan met verschillende maatregelen worden verminderd of zelfs geheel worden gelimineerd.Het is derhalve van groot belang om voor een invasieve tandheelkundige ingreep bij een patiënt met een gestoorde stolling met de behandelend specialist na te gaan of en zo ja op welke manier de stolling rondom de ingreep kan worden verbeterd. In dit artikel worden hiervoor algemene richtlijnen gegeven.
Defects in the coagulation system increase the risk of excessive bleeding during and after invasive dental procedures. This increased risk of bleeding is irrespective whether the coagulation disorder is inherited or acquired, for example by using anticoagulant medication. However, the cause of the coagulation disorder dictates preventive measures to be taken. Therefore, a careful medical history is crucial to identify and characterize patients with coagulation abnormalities. Recently, the insight in the mechanism of coagulation has increased considerably. This has resulted in specific procedures to adapt the level of coagulation required for specific invasive dental procedures. The dentist must discuss this temporary alteration of the coagulation level with the medical specialist of the patient.
Auteur(s) |
M.M. Levi
M.H. Frank |
---|---|
Rubriek | Medisch |
Publicatiedatum | 1 april 2006 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 113 - editie 4 - april 2006 ; 150-155 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje