Uit een enquête onder 328 tandartsen die in de periode 1990 tot en met 1997 aan de Katholieke Universiteit Nijmegen afstudeerden blijkt dat afgestudeerden vrijwel unaniem vinden dat de opleiding hen voldoende voorbereid heeft op de eisen die de tandartspraktijk stelt op de kennisterreinen van de cariologie, de parodontologie, het kroon- en brugwerk en de tandheelkundige radiologie. Vooral op het terrein van de implantologie ervaren relatief veel afgestudeerden hun kennis als ontoereikend. Ook bij de meeste vaardigheidsgebieden acht men zich voldoende op de beroepspraktijk voorbereid. Tekortkomingen worden vooral ervaren op de gebieden praktijkmanagement, behandeling van patiënten met medische risico´s of angstige patiënten en gehandicapten. Vrijwel alle respondenten zijn van mening tijdens de opleiding voldoende ervaring te hebben opgedaan om zelfstandig aan het beroep te beginnen. Vrijwel iedereen kwalificeert de opleiding achteraf als goed tot zeer goed.
A questionnaire was sent to 328 dentists graduated from the University of Nijmegen in the period 1990-1998, to ask their opinion concerning the way they were prepared by dental education for their professional career. Comparison with similar data from Amsterdam Academic Centre for Dentistry has been carried out. The results show unanimity among graduates that they have been adequately prepared for the requirements in general dental practice as far as knowledge is concerned related to cariology, periodontology, crown and bridgework and dental radiology. They also have a positive assessment regarding other dental cognitive domains, except implantology. There is positive unanimity regarding their skills in various clinical areas. Shortcomings in dental education have been experienced in practice management and infection prevention, treatment of medically compromised patients, treatment of anxious patients and handicapped patients. Almost all responders have the opinion that they gained enough experience throughout their dental education to be competent to start their dental career independently. In general the Nijmegen graduates have a positive opinion concerning their dental education, although preparation for professional life could be strengthened in some specific areas. Comparison with ACTA-graduates shows that in both programmes the weakest areas are implantology and practice management.
Auteur(s) |
A.H.M. Verrijt
R. van der Plaats A.J.M. Plasschaert |
---|---|
Rubriek | Onderzoek en wetenschap |
Publicatiedatum | 1 januari 2000 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 107 - editie 1 - januari 2000 ; 003-7 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje