× ABONNEREN

Tandartsentekort: l’histoire se répète

Door op 01-03-2019
  • Substitutie van zorg
  • Wederom scenario’s doorrekenen

Samenvatting

In 1990 stelde de Stuurgroep Toekomstscenario’s Gezondheidszorg de scenariocommissie Tandheelkunde in die als opdracht kreeg de minister te adviseren over de toekomst van de mondgezondheid en de tandheelkundige gezondheidszorg op lange termijn. Het advies werd de opleidingscapaciteit voor tandartsen uit te breiden naar 360 per jaar. Het duurde jaren voordat die opleidingscapaciteit werd uitgebreid tot uiteindelijk 300, maar werd in 2007 weer teruggebracht tot 240. Wat was de reden van deze beslissing door de overheid?

In 1990 stelde de Stuurgroep Toekomstscenario’s Gezondheidszorg de scenariocommissie Tandheelkunde in die als opdracht kreeg de minister te adviseren over de toekomst van de mondgezondheid en de tandheelkundige gezondheidszorg op lange termijn. In december 1992 werd het rapport aangeboden aan de minister. Eén van de conclusies van de commissie was dat veranderingen in leeftijdsopbouw van de tandartspopulatie, afname van het totale tandartsbestand, een toenemend aantal parttime werkende (vrouwelijke) tandartsen én toename van de zorgvraag ertoe zouden leiden dat het toekomstige arbeidspotentieel aan tandartsen en mondhygiënisten niet meer aan de vraag naar tandheelkundige hulp zou kunnen voldoen. De commissie adviseerde de opleidingscapaciteit voor tandartsen uit te breiden naar 360 per jaar.

Het duurde echter nog jaren voordat de opleidingscapaciteit voor tandheelkundestudenten werd verhoogd naar 260, een paar jaar later naar 300 om vervolgens vanaf 2007 weer teruggebracht te worden tot 240. Een wonderlijke beslissing als je dit plaatst tegenover de toekomstige vraag naar tandheelkundige zorg. Wat was de reden voor deze beslissing door de overheid?

Substitutie van zorg

De overheid heeft ingezet op substitutie van zorg. Veel werkzaamheden van tandartsen zouden in de toekomst door mondhygiënisten moeten worden uitgevoerd. De toekomstige tandartspraktijk zal bestaan uit meerdere al of niet gedifferentieerde tandartsen en om hen heen tandheelkundige medewerkers. Deze visie kwam in 2006 het meest duidelijk tot uiting in het rapport ‘Innovatie in de mondzorg’ van de commissie Linschoten.

In 2010 concludeerde het Capaciteitsorgaan in het ‘Capaciteitsplan 2010 mondzorg’ dat om in 2022 en 2028 tot een evenwicht te komen in de vraag naar en het aanbod van tandheelkundige zorg uitbreiding van de opleidingscapaciteit wenselijk was. Geadviseerd werd de opleidingscapaciteit voor tandartsen te verhogen van 240 naar 374 eerstejaars per jaar; voor mondhygiënisten van 300 naar 358. In 2013 bracht het Capaciteitsorgaan opnieuw een rapport uit waarin respectievelijk 287 en 309 als aantal tandartsen en mondhygiënisten werd geadviseerd, omdat er ook rekening werd gehouden met de instroom van buitenlandse tandartsen. Beide rapporten vormden voor de minister geen aanleiding de capaciteit van de tandheelkundeopleidingen uit te breiden. Mondhygiënisten zouden een groot deel van de dagelijkse preventieve mondzorg kunnen uitvoeren en zij zouden een aantal curatieve handelingen van tandartsen kunnen overnemen. Onnodige uitbreiding zou daarnaast een zware wissel trekken op de budgetten van de overheid.

Wederom scenario’s doorrekenen

Nu laait opnieuw de discussie op over een dreigend tandartsentekort naar aanleiding van de capaciteitsraming door onderzoeksbureau Panteia en het experiment taakherschikking. Panteia adviseerde het aantal opleidingsplaatsen voor tandartsen uit te breiden van 259 naar 390. Recent heeft minister Bruins het Capaciteitsorgaan opdracht gegeven te komen met een nieuwe raming. Dit is volgens de minister nodig omdat hij scenario’s wil laten uitwerken waarin de (potentiële) effecten van taakherschikking op de opleidingscapaciteit worden doorgerekend. Dat is tot nu toe volgens hem nooit gebeurd. Ik wil de minister adviseren toch nog eens het in 1992 uitgebrachte rapport te lezen. Verschillende scenario’s met substitutie van werkzaamheden in de mondzorg zijn hierin reeds beschreven.

Uit deze scenario’s kwam naar voren dat alleen al voor het realiseren van de delegatie van alle preventieve werkzaamheden (inclusief 50% van alle periodieke controles) in de toekomst zeer grote aantallen mondhygiënisten nodig zijn (oplopend naar 7.600). Daarnaast waren dan nog eens 7.400 tandartsen nodig voor de meer complexere tandheelkundige behandelingen. In deze scenario’s werd nog geen rekening gehouden met het uitvoeren van eenvoudige restauratieve zorg door mondhygiënisten.

Het moge duidelijk zijn dat het een illusie is dat, zelfs bij een verdergaande taakdelegatie en een eventuele substantiële uitbreiding van de huidige opleidingscapaciteit van mondhygiënisten, een balans in vraag naar en aanbod van mondzorg de komende 20 jaar kan worden gewaarborgd zonder een uitbreiding van de opleidingscapaciteit van tandartsen.

Meer lezen? Log in of word abonnee

Informatie

Auteur(s) G.J. Truin
Rubriek Redactioneel
Publicatiedatum 1 maart 2019
Editie Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 126 - editie 03 - maart 2019; 119

Winkelmandje

Er zitten geen programma's in het winkelmandje