Wanneer minderjarigen worden behandeld, kan er een ingewikkelde driehoeksrelatie ontstaan tussen tandarts, patiënt en wettelijke vertegenwoordiger. Doorgaans zijn beide ouders de wettelijke vertegenwoordigers van een kind. Dit kan anders zijn wanneer de ouders niet gehuwd waren of gescheiden zijn of wanneer er sprake is van een kinderbeschermingsmaatregel. Als hoofdregel geldt dat tandartsen de plichten die voortvloeien uit de patiëntenrechten, bij de behandeling van kinderen jonger dan 12 jaar moeten nakomen jegens de wettelijke vertegenwoordigers. Bij patiënten van 12 tot 16 jaar moeten de plichten jegens zowel patiënten als wettelijke vertegenwoordigers worden nagekomen. Ten slotte moeten tandartsen bij patiënten van 16 jaar en ouder alleen jegens de patiënten zelf de plichten nakomen. Op deze hoofdregel bestaan echter verschillende uitzonderingen. Een van de meest voorkomende voorbeelden is de minderjarige patiënt van 16 jaar of ouder, die niet in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen. Dat criterium wordt ook gebruikt bij de bepaling van de wilsbekwaamheid van meerderjarigen.
When minors are treated, a complex triangular relationship can emerge among dentist, patient and the individual legally responsible for the patient. Generally speaking, both parents are those legally responsible for a child. This might not be the case if the parents are not married to each other or have divorced, or when there is a question of a child protection ruling. The governing rule is that dentists are required to honour the obligations to the legal representatives that follow from the patients’ rights concerning the treatment of children under the age of 12. In the case of patients between the ages of 12 and 16, dentists are required to act in accordance with their obligations to both those legally responsible and to the patients. Finally, in the case of patients who are 16 and older, dentists are required to act only in accordance with their obligations to the patients. There are, however, various exceptions to this governing rule. One of the most common examples is the patient who is a minor of 16 or older who is unable to determine what is in his own best interest. That criterium is also used in determining the capability to give informed consent in adults.
Auteur(s) |
G.W. Brands-Bottema
J.M. van der Ven W.G. Brands |
---|---|
Rubriek | Onderzoek en wetenschap |
Publicatiedatum | 5 juli 2013 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 120 - editie 7-8 - juli en augustus 2013; 394-398 |
DOI | https://doi.org/10.5177/ntvt.2013.07/08.13160 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje