Binnen de tandheelkundige professie heerst de opvatting dat de tandarts de deskundige is op het gebied van het gebit, de mond en in mindere mate van het periorale gebied. De tandarts heeft een 6-jarige academische opleiding gehad waarin alle aspecten van onderwerpen gerelateerd aan het gebit en in en rond de mond aan de orde zijn gekomen. Dit in tegenstelling tot de geneeskundige curricula en de opleidingen tot huisarts en ouderengeneeskundige waar over dit onderwerp nauwelijks onderwijs is en nascholing amper prioriteit heeft. Binnen de geneeskunde lijkt het erop dat de mond een zwart gat is en geen wezenlijk onderdeel van het menselijk lichaam vormt.
Wanneer een patiënt een afwijking in zijn mond ontdekt, kan hij besluiten een tandarts of een huisarts te bezoeken. Wanneer er tevens sprake is van een aandoening elders in het lichaam, ligt het voor de hand dat hij zich wendt tot de huisarts. Is er alleen een afwijking in de mond dan is niet altijd duidelijk waarom de patiënt voor huisarts of tandarts kiest. De keuze van de patiënt kan worden beïnvloed door bijvoorbeeld verwachte deskundigheid van de zorgverlener, gewoonte, bereikbaarheid, toegankelijkheid van de praktijk, angst voor tandheelkundige behandelingen en de kosten. Het kostenaspect zal ongetwijfeld een rol spelen bij het afwegen van de keuze tussen de huisarts of de tandarts. De calculerende burger gaat dan naar de huisarts, omdat dat consult onder de basiszorg valt.
Wij hebben onderzoek gedaan naar verwijspatronen van patiënten met ‘niet gebitgerelateerde mondafwijkingen’ naar de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie van een algemeen ziekenhuis. De afwijkingen varieerden van een kleine cyste tot een kwaadaardig gezwel. Het bleek dat van de dentate patiënten de helft werd verwezen door de huisarts en dat dit bij tandeloze patiënten zelfs 73% was. Opmerkelijk was dat bij het overgrote deel van de door een tandarts verwezen patiënten, de mondafwijking werd ontdekt tijdens de reguliere tandheelkundige controle. Het lijkt erop dat de tandarts door patiënten wordt gezien als deskundige van het gebit maar niet van de mond.
De laatste jaren zijn er echter ontwikkelingen gaande. Door beroepsbelangenverenigingen en in tandheelkundige beleidsnota’s, onderzoeken, tijdschriften en vakbladen wordt in toenemende mate gesproken over mondzorg en mondgezondheid. In het concept ‘Raamplan mondzorg 2018’ staat: “de tandheelkunde is een medische discipline” en het “primaire aandachtsgebied betreft het orofaciale gebied”. Deze premissen zijn niet vrijblijvend, ze scheppen verwachtingen en verplichtingen. Expliciet wordt de mondzorg in brede zin bedoeld terwijl de term tandheelkunde een verenging in aard en omvang impliceert. Wat is nu de boodschap: tandheelkunde is meer dan tandheelkunde?
Het wordt tijd dat de beroepsgroep een duidelijke keuze maakt over de naam van het vakgebied en het beroepsprofiel, anders blijft het spanningsveld tussen tandheelkunde en geneeskunde over het domein ‘mondholte’ bestaan en daarmee onduidelijkheden voor patiënt, huisarts, tandarts en niet in de laatste plaats de overheid. De portee moet zijn dat de tandarts de deskundige is van dit deel van het menselijk lichaam en door zijn opleiding voldoende is toegerust met bijpassende kennis. Dit past ook in de het profiel van de tandarts nieuwe stijl met veranderende taken en verantwoordelijkheden en een belangrijke coördinerende rol op het gebied van de mondzorg.
Door de term ‘tand’ te vervangen door de term ‘mond’ sluit de naamgeving aan bij die van andere orgaanspecialismen in het aangezicht: zo behoort het domein oog bij de oogheelkunde met als deskundige de oogarts, het domein keel-neus-oor bij de keel-, neus- en oorheelkunde met als deskundige de keel-, neus- en oorarts en het domein mond behoort bij de mondheelkunde met als deskundige de mondarts.
De tandzorg zal uiteraard een belangrijk deel uitmaken van de mondzorg. Voorwaarde is wel dat er geen financiële drempel is voor de patiënt en daarom een consult wordt vergoed vanuit de basisverzekering. Dit betekent zeker niet dat de tandzorg deels of volledig in de basisverzekering moet worden opgenomen.
Meer lezen? Log in of word abonnee
Auteur(s) | J.G.A.M. de Visscher |
---|---|
Rubriek | Redactioneel |
Publicatiedatum | 8 februari 2019 |
Editie | Ned Tijdschr Tandheelkd - Jaargang 126 - editie 02 - februari 2019; 59 |
Er zitten geen programma's in het winkelmandje