Het martelaarschap van Sint Apollonia werd beschreven in een brief uit ongeveer het jaar 249 van Sint Dionysius, de bisschop van Alexandria. Omdat Apollonia weigerde afstand te doen van het christelijk geloof werden haar tanden getrokken en haar kaak gebroken. Zij kreeg bedenktijd, maar wierp zich al direct in een brandstapel. Al vanaf 50 jaar na haar dood werd zij als de beschermvrouwe gezien van mensen die pijn leden aan hun tanden of kiezen.